Language of document :

Beroep ingesteld op 6 september 2010 - Preparados Alimenticios / BHIM - Rila Feinkost-Importe (Jambo Afrika)

(Zaak T-377/10)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Preparados Alimenticios, SA (Barcelona, Spanje) (vertegenwoordiger: D. Pellisé Urquiza, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Rila Feinkost-Importe GmbH & Co. KG (Stemwede-Levern, Duitsland)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 9 juni 2010 in zaak R 1144/2009-1 vernietigen;

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

gelasten, de betwiste gemeenschapsmerkaanvraag af te wijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk "Jambo Afrika" voor waren van de klassen 29, 30 en 33

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: Spaanse merkinschrijvingen nrs. 2573221, 2573219 en 2573216 van het beeldmerk "JUMBO" voor waren van de klassen 29 en 30; inschrijving nr. 2217404 van het gemeenschapsbeeldmerk "JUMBO CUBE" voor waren van klasse 29; inschrijving nr. 2412823 van het gemeenschapsbeeldmerk "JUMBO MARINADE" voor waren van de klassen 29 en 30; inschrijving nr. 2413391 van het gemeenschapsbeeldmerk "JUMBO NOKKOS" voor waren van de klassen 29 en 30; inschrijvingen nrs. 2413581, 2423275, 2970754, 3246139, 3754462 en 4088761 van het gemeenschapsbeeldmerk "JUMBO" voor waren van de klassen 29 en 30.

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie voor een gedeelte van de betrokken waren

Beslissing van de kamer van beroep: afwijzing van de oppositie in haar geheel

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft uitgesloten dat sprake was van gevaar voor verwarring.

____________