Language of document :

Beroep ingesteld op 21 februari 2012 - Robert Group / BHIM - Hardford (Pierre Robert)

(Zaak T-86/12)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Pierre Robert Group AS (Oslo, Noorwegen) (vertegenwoordigers: E. Ullberg en M. Plogell, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Hardford AB (Limhamn, Zweden)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 7 december 2011 in zaak R 2463/2010-1 vernietigen, en bijgevolg het BHIM gelasten de door verzoekster overgelegde bewijsstukken inzake het bestaan, de geldigheid en de draagwijdte van het oudere merk te beoordelen;

of, subsidiair, de beslissing van de eerste kamer van beroep herzien en de inschrijving van het gemeenschapsmerk nr. 8541849 "Pierre Robert" weigeren; en

de verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure, met inbegrip van die welke in de procedure voor de oppositieafdeling en de eerste kamer van beroep van het BHIM zijn gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk "Pierre Robert" voor waren en diensten van de klassen 3, 5 en 44 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 8541849

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: Zweedse merkinschrijving nr. 166274 van het beeldmerk "Pierre Robert" voor waren van de klassen 3, 5 en 25

Beslissing van de oppositieafdeling: volledige afwijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van regel 50, lid 1, van verordening nr. 2868/95 van de Commissie en artikelen 76, 8 en 8, lid 2, sub c, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, aangezien de kamer van beroep (i) geen gebruik heeft gemaakt van haar recht om de feiten ambtshalve te onderzoeken en rekening te houden met feiten die het resultaat van de oppositie waarschijnlijk kunnen beïnvloeden; (ii) blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door "Pierre Robert" niet als een algemeen bekend merk te beschouwen; (iii) haar verplichtingen niet is nagekomen door geen rekening te houden met de in bijlage 1 opgenomen en bij de instelling van de oppositie overgelegde bewijsstukken; en (iv) door het certificaat van het Zweedse octrooi- en merkenbureau, dat is overgelegd voordat de oppositieafdeling een beslissing heeft genomen, niet te aanvaarden

____________