Language of document :

Beroep ingesteld op 19 december 2023 – BW/Europol en Eurojust

(Zaak T-1180/23)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: BW (vertegenwoordiger: J. Reisinger, advocaat)

Verwerende partijen: Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de handelingen van Europol en Eurojust bij de totstandkoming en tenuitvoerlegging van de Overeenkomst ter instelling van een gemeenschappelijk onderzoeksteam België – Frankrijk – Nederland van 13 december 2019 (hierna: „GOT-overeenkomst”) en het door die agentschappen al dan niet op grond van die overeenkomst verkrijgen, verwerken, analyseren en delen van data afkomstig van de cryptocommunicatiedienst „Sky ECC” onwettig en nietig te verklaren;

de GOT-overeenkomst en de daarmee samenhangende handelingen van Europol en Eurojust niet-toepasselijk te verklaren;

een schadevergoeding van 50 000 EUR toe te kennen voor de schade die is geleden door de GOT-overeenkomst en de daarmee samenhangende handelingen;

verweerders te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

Eerste middel: onrechtmatigheid en onevenredigheid bij de verkrijging en de verwerking van data/persoonsgegevens. Verzoeker voert aan dat er in het kader van het verkrijgen en verwerken van de Sky ECC-data, met name door het gebrek aan noodzakelijkheid en evenredigheid bij de uitvoering van afluister- en „hacking”-praktijken bij alle Sky-gebruikers, in strijd is gehandeld met de artikelen 18, 28 en 38, juncto de artikelen 47 en 50 van verordening 2016/794, de artikelen 9, 26 en 27 van verordening 2018/1727, en de artikelen 71 en 72 van verordening 2018/1725, alsmede fundamentele bepalingen van het Unierecht en het internationaal verdragenrecht, in het bijzonder de artikelen 7, 8, 10 tot en met 12, juncto 51 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM), en artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBRP).

Tweede middel: het ontbreken van een mogelijkheid om de bruikbaarheid van bewijsmateriaal afkomstig uit de Sky ECC-operatie te toetsen en de afwezigheid van formele en materiële waarborgen bij het gebruik van dat bewijsmateriaal in strafzaken, waardoor er inbreuk is gemaakt op verzoekers recht op een eerlijk strafproces.

Derde middel: dubbele vervolging van verzoeker en/of gebrek aan optimale coördinatie met betrekking tot de strafrechtelijke vervolging van verzoeker. Ondanks de bedoeling om op Unie- en interstatelijk niveau gecoördineerd op te treden, zoals blijkt uit de GOT-overeenkomst en de relevante Uniewetgeving, wordt verzoeker in twee verschillende landen vervolgd, met name in Nederland en in Servië.

Vierde middel: geen deugdelijke beveiliging bij de verkrijging en verwerking van de Sky ECC-data zoals dat vereist is krachtens de door verzoeker aangehaalde verordeningen. Voor zover er al sprake kan zijn van eerlijke en rechtmatige verkrijging en verwerking van persoonlijke data, moeten die data – zoals ook voortvloeit uit artikel 32 van verordening 2016/794 en artikel 92 van verordening 2018/1725 – deugdelijk beveiligd worden. Van een dergelijke beveiliging is volgens verzoeker in casu niet gebleken.

____________