Language of document :

Beroep ingesteld op 2 juni 2021 – SY / Europese Commissie

(Zaak T-312/21)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: SY (vertegenwoordiger: T. Walberer, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Krachtens artikel 270 VWEU, artikel 91, lid 1, van het Ambtenarenstatuut en de artikelen 263 en 265 VWEU verzoekt verzoeker het Gerecht:

1.    de reservelijst van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/374/19-1, de besluiten tot aanwerving van de op de reservelijst geplaatste kandidaten, de besluiten van de jury van 21 april 2021 en 14 januari 2021 om verzoeker niet op de reservelijst op het gebied van het mededingingsrecht te plaatsen, het „addendum” bij de aankondiging van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/374/19-1 van 5 november 2020 en de uitnodiging van verzoeker van 20 november 2020 nietig te verklaren,

subsidiair ten opzichte van 1.: de besluiten van de jury van 21 april 2021 en 14 januari 2021 met betrekking tot verzoeker nietig te verklaren, in het arrest verweerster de concrete richtsnoeren te verstrekken die nodig zijn om de rechtspositie te herstellen waarin verzoeker zich vóór de inbreuken bevond en die verweerster in staat stellen verzoeker rechtstreeks of na een nieuwe beoordeling van zijn prestaties op de reservelijst te plaatsen, en het „addendum” bij de aankondiging van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/374/19-1 van 5 november 2020 en de uitnodiging van verzoeker van 20 november 2020 nietig te verklaren,

vast te stellen dat verweerster artikel 265 VWEU heeft geschonden, doordat zij heeft nagelaten om te zijnen aanzien een beslissing op zijn bezwaar van 17 januari 2021 te nemen,

verweerster te verwijzen in de kosten van het geding.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Eerste middel: de retroactieve wijziging achteraf van het vergelijkend onderzoek is onwettig bij gebrek aan rechtsgrondslag, vanwege conflicterende rechten en wegens niet-eerbiediging van de juridische duidelijkheid, niet-nakoming van de motiveringsplicht en schending van deelnamerechten.

Tweede middel: het discriminatieverbod is geschonden ten aanzien van de bestaande ziekte van verzoeker, omdat verweerster heeft verzuimd de noodzakelijke bijzondere voorzieningen voor verzoekers examen te treffen.

Derde middel: verzoeker is op grond van een tijdsnadeel gediscrimineerd ten opzichte van andere deelnemers in het zuiver elektronische evaluatiecentrum.

Vierde middel: verzoeker is gediscrimineerd ten opzichte van bepaalde medewerkers van verweerster.

____________