Language of document : ECLI:EU:C:2007:792

Zaak C‑463/06

FBTO Schadeverzekeringen NV

tegen

Jack Odenbreit

(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Verordening (EG) nr. 44/2001 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Aansprakelijkheidsverzekering – Rechtstreekse vordering van getroffene tegen verzekeraar – Regel van bevoegdheid van gerechten van woonplaats van eiser”

Samenvatting van het arrest

Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 44/2001 – Bevoegdheid in verzekeringszaken

(Verordening nr. 44/2001 van de Raad, art. 9, lid 1, sub b, en 11, lid 2)

De verwijzing in artikel 11, lid 2, van verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, naar artikel 9, lid 1, sub b, ervan, dient aldus te worden uitgelegd dat de getroffene bij het gerecht van zijn woonplaats in een lidstaat rechtstreeks tegen de verzekeraar een vordering kan instellen, indien een dergelijke rechtstreekse vordering mogelijk is en de verzekeraar zijn woonplaats op het grondgebied van een lidstaat heeft. Deze verwijzing leidt er immers toe dat de werkingssfeer van de in artikel 9, lid 1, sub b, van genoemde verordening vastgelegde regel van bevoegdheid van het gerecht van de woonplaats van de eiser wordt uitgebreid tot andere categorieën eisers dan de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde van de verzekeringsovereenkomst, die een geding tegen de verzekeraar aanspannen, overigens zonder dat de aard van de rechtstreekse vordering van de getroffene tegen de verzekeraar naar nationaal recht relevant is voor een dergelijke toepassing. Deze uitlegging berust ook op de doelstelling van de verordening, die de zwakke partij een betere bescherming wil waarborgen dan op grond van de door verordening nr. 44/2001 vastgestelde algemene bevoegdheidsregels mogelijk is.

(cf. punten 26, 28, 30-31 en dictum)