Language of document :

Beroep, ingesteld op 30 januari 2007 - Iride en Iride Energia / Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-25/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Iride en Iride Energia (Turijn, Italië) (vertegenwoordigers: L. G. Radicati di Brozolo, M. Merola, C. Bazoli, avvocati)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikking nietig te verklaren, voor zover daarbij de maatregelen als staatsteun worden gekwalificeerd en voor zover daarbij de uitkering van de steun wordt geschorst tot Italië het bewijs heeft geleverd dat AEM Torino de steun heeft terugbetaald die bij beschikking 2003/193/EG van 5 juni 2002 inzake de belastingvrijstellingen voor de vroegere gemeentelijke nutsbedrijven onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het door Iride SpA en Iride Energia SpA (hierna: "verzoekende partijen") ingestelde beroep wordt opgekomen tegen de beschikking van 8 november 2006 tot beëindiging door de Commissie van de krachtens artikel 88, lid 2, EG ingeleide procedure van onderzoek van de verenigbaarheid met het gemeenschapsrecht van een terugbetaling die Italië voornemens is te verlenen aan AEM Torino voor gestrande kosten in de energiesector.1

Verzoekende partijen verzoeken het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen, de beschikking nietig te verklaren, voor zover daarbij de maatregelen tot terugbetaling aan AEM Torino van de gestrande kosten die tijdens het proces van liberalisering van de energiesector zijn opgekomen, als staatssteun worden aangemerkt, en voor zover daarbij de uitkering van steun wordt geschorst tot Italië aan de Commissie het bewijs heeft geleverd dat AEM Torino de eerdere steun die bij beschikking 2003/193/EG inzake de belastingvrijstellingen voor de vroegere municipalizzate [gemeentelijke nutsbedrijven] onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard (hierna: "beschikking inzake de belastingvrijstellingen"), niet heeft ontvangen, dan wel het bewijs heeft geleverd dat AEM Torino de eerder in het kader van de voornoemde regeling verkregen steun heeft terugbetaald, vermeerderd met rente.

Het beroep is inzonderheid gebaseerd op volgende hoofdoverwegingen:

a)    De betrokken maatregel is geen staatssteun omdat hij niet is gefinancierd uit overheidsmiddelen en geen kosteloos voordeel voor de begunstigden ervan oplevert.

b)    Het arrest Deggendorf2 is in casu niet van toepassing. De Commissie heeft namelijk niet aangetoond dat was voldaan aan de voorwaarden (inzonderheid het feit dat de vorige maatregelen in voorkomend geval met de nieuwe maatregelen werden gecumuleerd) die volgens de in dat arrest geformuleerde beginselen vervuld moeten zijn voor opschorting van de tenuitvoerlegging van de maatregel. Meer bepaald heeft de Commissie niet uitgelegd op welke manier cumulatieve effecten kunnen ontstaan als gevolg van de steun uit hoofde van de beschikking inzake de belastingvrijstellingen en van steunmaatregelen zoals de stranded costs (gestrande kosten) die enkel tot aanpassing strekken en waarvan de effecten dus volledig zijn opgeslorpt in het verleden, waarbij de ten tijde van de geregelde markt opgekomen kosten kunnen worden afgeschreven op de wijze als de ondernemingen zouden hebben gedaan indien de liberalisering van de sector niet had plaatsgevonden voordat deze kosten volledig waren afgeschreven.

____________

1 - PB L 366, blz. 62.

2 - Arrest TwD/Commissie van 15 mei 1997, C-355/95 (Jurispr. blz. I-2549).