Language of document :

Beroep ingesteld op 23 december 2008 - Duitsland / Commissie

(Zaak T-576/08)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en B. Klein)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van verordening (EG) nr. 983/2008 van de Commissie van 3 oktober 2008 tot vaststelling van een programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2009 toe te rekenen financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap;

handhaving van de gevolgen van de nietig verklaarde verordening;

verwijzing van verweerster in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert nietigverklaring van verordening (EG) nr. 983/2008 van de Commissie van 3 oktober 20081, dat voor 2009 het jaarprogramma vaststelt voor de levering van levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap.

Volgens verzoekster mist de verordening een gemeenschapsrechtelijke rechtsgrondslag. Hoewel deze verordening is gebaseerd op verordening (EG) nr. 1234/20072, die op haar beurt is gebaseerd op het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap (art. 36 EG, 37 EG juncto art. 33 EG), voldoet zij niet aan de daarin gestelde voorwaarden.

Aanvankelijk was het programma opgevat als een accessoire bevoegdheid van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, omdat beschikbare interventievoorraden in feite voor een sociaal doeleinde werden gebruikt. Nochtans worden voor dit programma al jaren levensmiddelen op de markt aangekocht, aangezien er als gevolg van de hervorming van het gemeenschappelijk buitenlands beleid nauwelijks nog interventievoorraden bestaan. Thans komt het programma volgens verzoekster neer op een zuiver sociaalpolitiek beleidsinstrument van de Gemeenschap, waarvoor elke rechtsgrondslag ontbreekt (beginsel van toewijzing van beperkte bevoegdheden).

Zo is de bestreden verordening niet verenigbaar met het bepaalde in artikel 27, lid 2, van verordening nr. 1324/2007, op grond waarvan voor het programma levensmiddelen mogen worden aangekocht wanneer interventievoorraden slechts tijdelijk voorhanden zijn. Ondertussen is de aankoop van levensmiddelen, die veruit de regel is geworden, een permanente toestand geworden.

De bestreden verordening beoogt evenmin een van de in artikel 33, lid 1, EG uiteengezette doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Teneinde problemen bij de afwikkeling van het jaarprogramma te voorkomen vraagt verzoekster het Gerecht de gevolgen van de nietigverklaring te beperken tot het bepaalde in artikel 2 juncto bijlage II van verordening nr. 983/2008 betreffende de aankoop van levensmiddelen.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 983/2008 van de Commissie van 3 oktober 2008 tot vaststelling van een programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2009 toe te rekenen financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap (PB L 268, blz. 3).

2 - Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening ) (PB L 299, blz. 1).