Language of document :

Beroep ingesteld op 7 januari 2013 - CFE-CGC France Télécom-Orange/Commissie

(Zaak T-2/13)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: CFE-CGC France Télécom-Orange (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: A.-L. Lefort des Ylouses en A.-S. Gay, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het beroep van de vakbond ontvankelijk te verklaren;

het besluit nietig te verklaren;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar verzoekschrift vordert verzoekster de nietigverklaring van besluit C (2011) 9403 def. van de Commissie van 20 december 2011 waarbij onder bepaalde voorwaarden met de interne markt verenigbaar is verklaard, de steun die door de Franse Republiek ten uitvoer is gelegd ten gunste van France Télécom inzake de hervorming van de wijze van financiering van de pensioenen van de ambtenaren van de Staat die onder France Télécom ressorteren [steunmaatregel nr. C 25/2008 (ex NN 23/2008)].

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan:

Het eerste middel, dat primair wordt aangevoerd, is ontleend aan schending van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat het bestreden besluit de hervorming van de wijze van financiering van de pensioenen van de ambtenaren van de Staat die onder France Télécom ressorteren die bij wet nr. 96-660 van 26 juli 1996 is ingevoerd, als staatssteun kwalificeert. Verzoekster betoogt dat de Commissie artikel 107, lid 1, VWEU heeft geschonden:

door te oordelen dat de wet van 1996 als een economisch voordeel kan worden gekwalificeerd;

door tot de conclusie te komen dat de hervorming selectief is, terwijl het ontbreken van een exogene vergelijkingsmethode elke selectiviteit uitsluit;

door te oordelen dat de wet van 1996 de mededinging kan vervalsen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, ook al zijn de nadelige gevolgen die de wet van 1996 voor France Télécom heeft gehad, rechtmatig geneutraliseerd doordat France Télécom een uitzonderlijke forfaitaire bijdrage heeft betaald.

Het tweede middel, dat subsidiair wordt aangevoerd, is ontleend aan schending van het recht en beoordelingsfouten, doordat de verenigbaarheid van de vermeende steun afhankelijk is gesteld van de naleving van de voorwaarden die in artikel 2 van het litigieuze besluit zijn vastgesteld.

Het derde middel is ontleend aan schending van verschillende fundamentele beginselen van het recht van de Europese Unie, te weten het beginsel van "equality of arms", het recht van de belanghebbende partijen om te worden gehoord, het vertrouwensbeginsel en het beginsel van inachtneming van een redelijke procestermijn.

Het vierde middel is ontleend aan misbruik van bevoegdheid, aangezien het bestreden besluit niet strekt tot terugvordering van staatssteun die onverenigbaar met de interne markt is, maar France Télécom voortaan aanvullende lasten beoogt op te leggen die ertoe leiden dat haar ontwikkeling op de telecommunicatiemarkt wordt afgeremd.

____________

1 - PB 2012, L 279, blz. 1.