Beschikking van de president van het Gerecht van 4 september 2014 – Fricopan Back/Commissie
(Zaak T‑300/14 R)
„Kort geding – Staatssteun – Nationale steun voor de productie van hernieuwbare elektriciteit – Besluit van de Commissie tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure inzake steunmaatregelen – Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging – Fumus boni juris”
Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Maatregel waarbij een bovengrens aan een heffing over het elektriciteitsverbruik wordt vastgesteld – Terugvordering van de heffing volgens het eigen oordeel van de particuliere elektriciteitsleveranciers – Voorlopige kwalificatie als maatregel die een aan de staat toerekenbaar voordeel toekent – Kennelijke beoordelingsfout van de Commissie – Geen op het eerste gezicht (Art. 107, lid 1, VWEU, 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU) (cf. punten 14, 19‑23)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de rechtsgevolgen van het besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake steunmaatregelen met betrekking tot de Duitse wet inzake hernieuwbare energie |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |