Arrest van het Gerecht van 8 oktober 2014 – Bermejo Garde / EESC
(Zaak T-529/12 P)1
(„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Aanwerving – Kennisgeving van vacature – Aanstelling in ambt van directeur – Intrekking van rekwirants sollicitatie – Aanstelling van een andere sollicitant – Verzoeken om nietigverklaring – Nietigverklaring in eerste aanleg van betwiste kennisgeving van vacature wegens onbevoegdheid van degene die deze heeft opgesteld – Geen uitdrukkelijk antwoord op alle door partijen aangevoerde middelen en argumenten – Beginsel van behoorlijk bestuur – Niet-ontvankelijkheid van vorderingen tot nietigverklaring van de besluiten die op basis van de betwiste kennisgeving van vacature zijn genomen – Artikel 91, lid 2, van het Statuut – Verzoek om schadevergoeding – Recht op een doeltreffende bescherming in rechte – Motiveringsplicht van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Geding in staat van wijzen – Verwerping van het beroep”)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirant: Moises Bermejo Garde (Brussel, België) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)
Andere partij in de procedure: Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) (vertegenwoordigers: M. Lernhart, gemachtigde, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 25 september 2012, Bermejo Garde / EESC (F-51/10, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest
Dictum
Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 25 september 2012, Bermejo Garde/EESC (F-51/10), wordt vernietigd, voor zover daarbij rekwirants verzoek om schadevergoeding zonder motivering is afgewezen.
De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.
Het door Bermejo Garde voor het Gerecht voor ambtenarenzaken ingediende verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.
Bermejo Garde draagt zijn eigen kosten van deze procedure.
Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) draagt zijn eigen kosten van de procedure voor het Gerecht voor ambtenarenzaken en van deze procedure alsmede de kosten die Bermejo Garde in de procedure in eerste aanleg heeft gemaakt.
________________________1 PB C 55 van 23.2.2013.