BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF
24 augustus 2023 (*)
„Doorhaling”
In zaak C‑382/23,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (Nederland) bij beslissing van 19 juni 2023, ingekomen bij het Hof op dezelfde dag, in de procedure
Verex Customs Services BV
tegen
Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Breda,
geeft
DE PRESIDENT VAN HET HOF,
advocaat-generaal T. Ćapeta gehoord,
de navolgende
Beschikking
1 Bij brief van 18 juli 2023 heeft de griffie van het Hof de verwijzende rechter het arrest van 22 juni 2003, Vitol (C‑268/22, EU:C:2023:508), toegezonden met het verzoek aan te geven of hij in het licht van dat arrest zijn verzoek om een prejudiciële beslissing wenste te handhaven.
2 Bij brief van 17 augustus 2023, ingekomen ter griffie van het Hof op 22 augustus 2023, heeft de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (Nederland), het Hof laten weten dat zij dit verzoek om een prejudiciële beslissing niet wenste te handhaven.
3 Bijgevolg dient krachtens artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.
4 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechter over de kosten heeft te beslissen.
De president van het Hof beschikt:
Zaak C‑382/23 wordt doorgehaald in het register van het Hof.
Luxemburg, 24 augustus 2023.
A. Calot Escobar | | K. Lenaerts |