Language of document :

Beroep ingesteld op 11 oktober 2011 - Technion - Israel Institute of Technology en Technion Research & Development / Commissie

(Zaak T-546/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Technion - Israel Institute of Technology (Haifa, Israel) en Technion Research & Development Foundation Ltd (Haifa) (vertegenwoordigers: D. Grisay en D. Piccininno, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige verzoek tot nietigverklaring op grond van artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in behandeling nemen,

het ontvankelijk verklaren,

primair, het beroep gegrond verklaren en de beschikking van het directoraat-generaal Informatiemaatschappij en Media van de Europese Commissie van 2 augustus 2011 nietig verklaren,

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

Het eerste middel is ontleend aan een schending van wezenlijke vormvoorschriften en valt uiteen in twee onderdelen, gesteund op

een ontbrekende en ontoereikende motivering, aangezien de Commissie voor twee van de vier betrokken contracten niet vermeldt op welke gronden en op welk bewijs de bestreden beschikking is gebaseerd om tot een aanpassing van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten te concluderen;

een schending van de rechten van de verdediging, aangezien de Commissie zich ertegen heeft verzet dat Technion - Israel Institute of Technolog kennis neemt van en opmerkingen maakt over de documenten waarop de bestreden beschikking is gebaseerd.

Het tweede middel is ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout, aangezien in de bestreden beschikking niet is aangetoond, op basis van het daarin aangedragen bewijs, dat de prestaties ten aanzien waarvan de Commissie om terugbetaling verzoekt, ook daadwerkelijk zijn verricht.

Het derde middel is ontleend aan een schending van het beginsel van de bescherming van gewettigd vertrouwen en van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de Commissie:

een beschikking heeft vastgesteld waarbij de voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn aangepast, terwijl de Commissie de kosten bij het opzetten van de projecten, nog voor de ondertekening van de contracten, heeft goedgekeurd en

een aanpassing van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten heeft geëist voor een bedrag dat hoger is dan dat waarvoor zij stelt bewijzen aan te dragen.

____________