Language of document : ECLI:EU:T:2018:817

Zaak T545/11 RENV

Stichting Greenpeace Nederland en Pesticide Action Network Europe (PAN Europe)

tegen

Europese Commissie

„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Documenten betreffende de eerste vergunning voor het in de handel brengen van de werkzame stof ,glyfosaat’ – Gedeeltelijke weigering van toegang – Uitzondering betreffende de bescherming van de commerciële belangen van een derde – Artikel 4, lid 5, van verordening nr. 1049/2001 – Hoger openbaar belang – Verordening (EG) nr. 1367/2006 – Artikel 6, lid 1, van verordening nr. 1367/2006 – Richtlijn 91/414/EEG”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 21 november 2018

1.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Documenten afkomstig van een lidstaat – Mogelijkheid voor de lidstaat, de instelling te verzoeken dat de documenten niet openbaar worden gemaakt – Bevoegdheid van de instelling – Toetsing van de gegrondheid van de weigering van toegang in het licht van de uitzonderingen waarin deze verordening voorziet – Omvang – Motiveringsplicht

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 13 en 5)

2.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verzoek om toegang tot milieu-informatie – Verordening nr. 1367/2006 – Onweerlegbaar vermoeden van het bestaan van een hoger openbaar belang dat openbaarmaking van informatie over uitstoot in het milieu gebiedt – Risico van aantasting van de commerciële belangen van de betrokken personen bij openbaarmaking – Geen invloed

(Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 2, eerste streepje, en nr. 1367/2006, art. 6, lid 1)

3.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verzoek om toegang tot milieu-informatie – Verordening nr. 1367/2006 – Informatie die betrekking heeft op uitstoot in het milieu – Begrip – Ruime uitlegging

[Art. 339 VWEU; Verdrag van Aarhus, art. 4, lid 4, d); verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 2, eerste streepje, en nr. 1367/2006, overweging 2 en art. 2, lid 1, d), en 6, lid 1]

4.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verzoek om toegang tot milieu-informatie – Verordening nr. 1367/2006 – Informatie die betrekking heeft op uitstoot in het milieu – Begrip – Documenten betreffende de eerste vergunning voor het in de handel brengen van de werkzame stof „glyfosaat” – Daarvan uitgesloten

(Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1367/2006, art. 6, lid 1, en nr. 1107/2009, art. 29; richtlijn 91/414 van de Raad, bijlage I)

5.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Strikte uitlegging en toepassing – Verplichting tot een concreet en individueel onderzoek voor de documenten die onder een uitzondering vallen – Omvang

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4)

6.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van de commerciële belangen – Weigering van toegang – Motiveringsplicht –Omvang

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2, eerste streepje)

7.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Documenten afkomstig van een lidstaat – Mogelijkheid voor de lidstaat, de instelling te verzoeken dat de documenten niet openbaar worden gemaakt – Bevoegdheid van de Unierechter om de gegrondheid van de weigering van de betrokken instelling te toetsen –Omvang

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 13 en 5)

8.      Internationale overeenkomsten – Overeenkomsten van de Unie – Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Verdrag van Aarhus) – Bepalingen van dit Verdrag betreffende de redenen voor afwijzing van een verzoek om toegang tot milieu-informatie – Rechtstreekse werking – Geen

(Verdrag van Aarhus, art. 4, lid 4)

9.      Internationale overeenkomsten – Overeenkomsten van de Unie – Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Verdrag van Aarhus) – Gevolgen – Voorrang boven handelingen van afgeleid Unierecht – Uitlegging van het afgeleide recht tegen de achtergrond van de door de Unie gesloten internationale overeenkomsten – Verplichting tot conforme uitlegging – Grenzen

(Verdrag van Aarhus, art. 9, lid 3)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 36‑41, 43, 44)

2.      Artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening nr. 1367/2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen bepaalt dat een document openbaar moet worden gemaakt wanneer de gevraagde informatie betrekking heeft op uitstoot in het milieu, ook al dreigen de belangen te worden aangetast die zijn beschermd door artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

(zie punt 49)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 56‑58)

4.      Documenten die betrekking hebben op de krachtens richtlijn 91/414 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen afgegeven eerste vergunning voor het op de markt brengen van glyfosaat als werkzame stof, bevatten geen informatie met betrekking tot emissies in het milieu in de zin van artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening nr. 1367/2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen.

Een werkzame stof als glyfosaat moet immers op het niveau van de Unie worden goedgekeurd voordat zij kan worden gebruikt als bestanddeel van gewasbeschermingsmiddelen, die op hun beurt aan een vergunning door een lidstaat moeten worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de samenstelling van die producten voldoet aan de vergunningsvoorwaarden van artikel 29 van verordening nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Bovendien blijft de beoordeling en goedkeuring van de werkzame stof „glyfosaat” op het niveau van de Unie in beginsel losstaan van het latere concrete gebruik van deze stof. De goedkeuring van de werkzame stof „glyfosaat” houdt immers geenszins de vergunning in om deze stof afzonderlijk te gebruiken. Deze stof zal pas worden gebruikt nadat zij is opgenomen in een gewasbeschermingsmiddel waarvoor een lidstaat een vergunning voor het op de markt brengen heeft verleend. Hoewel een werkzame stof zoals glyfosaat op een bepaald ogenblik in zijn levenscyclus inderdaad onvermijdelijk in het milieu wordt uitgestoten, is dit dus alleen het geval via een aan de vergunningsprocedure onderworpen gewasbeschermingsmiddel.

In die omstandigheden moet ervan worden uitgegaan dat het pas in het stadium van de nationale vergunningsprocedure voor het op de markt brengen van een specifiek gewasbeschermingsmiddel is dat de lidstaat mogelijke uitstoot in het milieu beoordeelt en concrete informatie aan het licht komt over de aard, de samenstelling, de hoeveelheid, de datum en de plaats van de daadwerkelijke of voorzienbare emissies in dergelijke omstandigheden van de werkzame stof en het specifieke gewasbeschermingsmiddel dat deze stof bevat. Aangezien het gebruik, de gebruiksvoorwaarden en de samenstelling van een gewasbeschermingsmiddel dat door een lidstaat op zijn grondgebied is toegestaan, sterk kunnen verschillen van die van de producten die bij de goedkeuring van de werkzame stof op het niveau van de Unie zijn beoordeeld, heeft de informatie in documenten betreffende de eerste vergunning voor het in de handel brengen van glyfosaat als werkzame stof geen betrekking op emissies waarvan het vrijkomen in het milieu voorzienbaar is, en houdt deze hooguit verband met emissies in het milieu. Bijgevolg valt dergelijke informatie niet onder het begrip „informatie die betrekking heeft op uitstoot in het milieu”.

(zie punten 82, 88, 90, 91)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 97‑99, 107)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 100, 101)

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 103)

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 105)

9.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 106)