Language of document :

Mededeling in het PB

 

    

Beroep, op 27 september 2002 ingesteld door Confederazione nazionale dei servizi tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-292/02)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 27 september 2002 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Confederazione nazionale dei servizi, vertegenwoordigd door C. Tessarolo en A. Vianello, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren artikel 2 van beschikking nr. C.27/99 (ex NN 69/99), waarbij de Commissie met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar heeft verklaard de door Italië genomen maatregelen in de vorm van ontheffingen van de omzetbelasting gedurende drie jaar en in de vorm van leningen aan vennootschappen met een openbaar meerderheidsbelang die zijn opgericht volgens wet nr. 142 van 8 juni 1990;

(subsidiair nietig te verklaren artikel 3 van beschikking nr. C.27/99, waarbij de Commissie Italië heeft gelast de onwettig verklaarde steun van de ondernemingen terug te vorderen;

(in elk geval, meer subsidiair, artikel 3 nietig te verklaren voorzover daarin de rente wordt vastgesteld op basis van de heffinggrondslag die wordt gebruikt voor de berekening van het subsidie-equivalent in het kader van regionale steun;

(de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep strekt tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 5 juni 2002 (staatssteun nr. 27/99), voorzover daarbij onwettig en met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar zijn verklaard de door Italië verleende ontheffing voor drie jaar van de omzetbelasting voor lokale ondernemingen voor openbare dienstverlening met een openbaar meerderheidsbelang in de zin van artikel 3, lid 70, van wet nr. 549/1995, alsmede leningen tegen verlaagd tarief volgens artikel 9 bis van wet nr. 488/1986, en voorzover Italië daarbij wordt verplicht deze steun terug te vorderen van de ontvangers, waaronder verzoekster.

Tot staving van haar vordering stelt zij:

(    Schending van artikel 87, lid 1, alsmede van verordening (EG) nr. 659/1999, wegens het ontbreken van belang voor de handel tussen de lidstaten. Voor de toepassing van artikel 87, lid 1, op een steunmaatregel van een lidstaat moet de Commissie de feiten uiteenzetten en beoordelen waarmee in de eerste plaats kan worden aangetoond dat sprake is van mededinging in de betrokken marktsector en in de tweede plaats dat de steunverlening nadelige gevolgen kan hebben voor de handel tussen de lidstaten. De markten waarop de vennootschappen ex wet nr. 142/90 in het in geding zijnde tijdvak actief waren, waren niet geliberaliseerd, maar integendeel georganiseerd in lokale monopolies die volledig buiten de werking van de vrije mededinging bleven. Voorts is de bijzondere aard van de vennootschappen ex wet nr. 142/90 en de essentie van hun voortbestaan als onderneming met de gespecialiseerde gemeentelijke ondernemingen voor de wetgever en de nationale rechtspraak aanleiding geweest de activiteiten van de nieuwe kapitaalvennootschappen te beperken tot het lokale bereik van de eenheid waartoe zij behoren.

(    Schending van artikel 88, lid 1, van het Verdrag en artikel 1, sub b, i) en v), van verordening nr. 659/1999, voorzover verweerster de maatregelen heeft aangemerkt als "nieuwe steunmaatregelen" en daarmee in strijd heeft gehandeld met de procedurevoorschriften waaraan de Commissie zich moet houden in geval van "bestaande steun".

(    Schending van de uitzondering van artikel 86, lid 2, van het Verdrag, aangezien de ondernemingen ex wet nr. 142/90 activiteiten verrichten van algemeen economisch belang.

Verzoekster stelt tevens schending van de motiveringsplicht.

____________