Language of document :

Beroep ingesteld op 19 november 2009 - Jurašinović / Raad

(Zaak T-465/09)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Ivan Jurašinović (Angers, Frankrijk) (vertegenwoordiger: M. Jarry, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van 22 september 2009 waarbij verzoeker slechts gedeeltelijke toegang is verleend tot de volgende documenten: verslagen van de waarnemers van de Europese Unie die van 1 tot en met 31 augustus 1995 aanwezig waren in het gebied rond Knin in Kroatië;

veroordeling van de Raad van de EU - Secretariaat-Generaal tot de verlening van toegang in elektronische vorm tot alle opgevraagde documenten;

veroordeling van de Raad van de EU tot betaling aan verzoeker van een vergoeding van proceskosten ten bedrage van 2 000 EUR exclusief btw, zijnde 2 392 EUR inclusief btw, vermeerderd met rente tegen de rentevoet van de ECB op de dag van inschrijving van het verzoekschrift.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoeker nietigverklaring van het besluit van 22 september 2009 waarbij hem de volledige toegang is geweigerd tot de verslagen van de waarnemers van de Europese Unie die van 1 tot en met 31 augustus 1995 aanwezig waren in het gebied rond Knin in Kroatië.

Ter onderbouwing van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan:

geen ondermijning van de bescherming van het openbare belang wat betreft de internationale betrekkingen in de zin van artikel 4, lid 1, van verordening nr. 1049/20011, aangezien:

voor de betrokken documenten geen enkele specifieke bescherming kan gelden; en

zelfs indien wordt verondersteld dat voor de opgevraagde documenten een specifieke bescherming kan gelden, artikel 4, lid 7, van verordening nr. 1049/2001 bepaalt dat "[d]e uitzonderingen van de leden 1 tot en met 3 [...] slechts van toepassing [zijn] gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het document gerechtvaardigd is". De helft van de in artikel 4, lid 7, bedoelde maximumperiode voor bescherming is verlopen, hetgeen het verlenen van toegang tot de opgevraagde documenten rechtvaardigt;

tot slot de documenten waarvan de mededeling is gevraagd, geen gevoelige documenten in de zin van artikel 9 van verordening nr. 1049/2001 zijn;

geen ondermijning van de openbare veiligheid in de zin van artikel 4, lid 1, van verordening nr. 1049/2001, aangezien:

de omstandigheid dat derden zich in deze documenten "vertrouwelijk" hebben uitgelaten, irrelevant is omdat een instelling op basis van verordening nr. 1049/2001 niet kan weigeren om toegang tot het document te verlenen om hypothetische "derden" te beschermen;

het betoog van de Raad tot "bescherming" van de fysieke integriteit van waarnemers, getuigen en bronnen de wil om de particuliere belangen van deze personen te beschermen, kenmerkt en niets te maken heeft met de openbare veiligheid, en

de Raad steeds de mogelijkheid heeft, teneinde een evenwicht te vinden tussen de zorg voor discretie ten aanzien van bepaalde personen en het voldoen aan het belang van het publiek, om de toegang van het publiek tot de opgevraagde documenten te beperken door in die documenten de verwijzingen naar namen aan de hand waarvan "derden" kunnen worden geïdentificeerd, te schrappen.

bestaan van een eerdere openbaarmaking van de opgevraagde documenten.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).