Language of document :

Beroep ingesteld op 18 mei 2010 - Iberdrola / Commissie

(Zaak T-221/10)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Iberdrola, SA (Bilbao, Spanje) (vertegenwoordigers: J. Ruiz Calzado, M. Núñez Müller en J. Domínguez Pérez, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 1, lid 1, van de bestreden beschikking nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De in casu aan de orde zijnde beschikking is dezelfde als die welke aan de orde is in zaak T-219/10, Autogrill España/Commissie.

De middelen en voornaamste argumenten zijn vergelijkbaar met die welke in die zaak zijn aangevoerd. Verzoekster beweert in het bijzonder:

dat de Commissie een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt door te concluderen dat de maatregel van artikel 12, lid 5, TRLIS met de gemeenschappelijke markt onverenigbare staatssteun vormt, aangezien zij geen rekening heeft gehouden met de positieve gevolgen van de maatregel en de gunstige weerslag ervan voor de vervulling van de door andere Verdragsbepalingen nagestreefde doelstellingen buiten beschouwing heeft gelaten;

dat de Commissie het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden doordat zij is afgeweken van de richtsnoeren van de mededeling inzake directe belastingen en van haar administratieve praktijk die overeenkomstig die mededeling is vastgesteld;

dat de Commissie het beginsel van behoorlijk bestuur, volgens hetwelk zij alle relevante elementen van de zaak zorgvuldig, gedetailleerd en onpartijdig moet onderzoeken, heeft geschonden doordat zij de procedure niet heeft voortgezet (zoals zij heeft gedaan voor extracommunautaire verkrijgingen) om de vermeende selectiviteit van de maatregel aan te tonen en om, alvorens daarover tot een conclusie te komen, de precieze omvang van de praktische belemmeringen van de intracommunautaire handelsfusie na te gaan;

dat de Commissie niet heeft voldaan aan haar verplichting om het schema van het Verdrag in acht te nemen en de coherente toepassing van de bepalingen inzake toezicht op staatssteun en van de bepalingen inzake andere beginselen en vrijheden van het Verdrag, zoals het vrije verkeer van kapitaal en de totstandbrenging van de interne markt, te waarborgen;

dat de bestreden beschikking ontoereikend is gemotiveerd ter zake van bepaalde belangrijke aspecten van de beoordeling door de Commissie van de selectiviteit van de maatregel en van de gevolgen ervan voor de mededinging en voor het handelsverkeer tussen de lidstaten.

____________