Language of document :

Beroep ingesteld op 6 oktober 2011 - ALOUMINION/Commissie

(Zaak T-542/11)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Alouminion A.E. (Maroussi, Griekenland) (vertegenwoordigers: G. Dellis en N. Korogiannákis, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

beschikking C(2011) 4916 def. van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende steunmaatregel nr. C2/2010 (ex NN 62/2009) die door Griekenland tot uitvoering is gebracht ten gunste van Alouminion tis Ellados A.E. nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep van verzoekster strekt tot nietigverklaring krachtens artikel 263, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: "VWEU"), met de gevolgen die artikel 266, lid 1, VWEU daaraan verbindt, van beschikking C(2011) 4916 def. van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende de steun die onder nr. C2/2010 (ex NN 62/2009) is verleend aan de onderneming Alouminion tis Ellados.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster zes middelen aan.

Schending van artikel 1 van verordening nr. 659/1999 en schending van de regels inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de Commissie en de nationale rechters en het recht op een voorziening in rechte. De Commissie heeft de feiten kennelijk onjuist beoordeeld, heeft rekening gehouden met kennelijk onjuiste factoren en het recht kennelijk geschonden door de vermeende steun te kwalificeren als "nieuw". De maatregel in kwestie werd vastgesteld krachtens exact dezelfde regeling als de vermeende bestaande steun en de bestreden beschikking van de Commissie ontoereikend is gemotiveerd;

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU voor zover de Commissie ten onrechte heeft geoordeeld dat er een voordeel was, het criterium van de particuliere investeerder niet heeft toegepast en niet heeft onderzocht of er objectieve zakelijke gronden waren voor het contractuele tarief van 1960;

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU voor zover de Commissie ten onrechte heeft geoordeeld dat de steun selectief was, niettegenstaande de verplichting van DEI (Dimosia Epikhirisi Ilektrismou, de nationale elektriciteitsmaatschappij) om tarieven voor vergelijkbare categorieën van afnemers op vergelijkbare wijze vast te stellen en de tarieven voor verschillende categorieën van afnemers verschillend, afhankelijke van de mate waarin deze laatste zich onderscheiden;

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU voor zover de Commissie ten onrechte heeft geoordeeld dat de handel tussen de lidstaten is verstoord en nadelig is beïnvloed, hoewel verzoekster geen enkel voordeel verkrijgt in vergelijking met andere aluminiumproducten, aangezien de eigenschappen van aluminium eenvormig zijn en de prijzen die zijn vastgesteld bekend worden gemaakt in de officiële prijscourant;

Onjuiste methode voor de berekening van het bedrag van het vermeende voordeel;

Schending van de motiveringsplicht; en

Schending van het beginsel van bescherming van gewettigd vertrouwen, gezien het eerdere standpunt van de Commissie dat het contractuele tarief van DEI voor verzoekster geen onrechtmatige steun opleverde, en van verzoeksters rechten van verdediging.

____________