Language of document : ECLI:EU:T:2014:957





Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 6 november 2014 – ANKO/Commissie

(Zaak T‑17/13)

„Arbitragebeding – Zevende kaderprogramma voor activiteiten op gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007‑2013) – Overeenkomst betreffende het project Pocemon – Terugbetaling van voorschotten – Brief waarin het uitschrijven van een debetnota wordt aangekondigd – Herinneringsbrief – Geen procesbelang – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Gerechtelijke procedure – Niet-ontvankelijkheidsgronden van openbare orde – Ambtshalve onderzoek door de rechter – Noodzaak van het bestaan van een procesbelang tot aan de uitspraak van de rechterlijke beslissing – (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 113 en 114, leden 3 en 4) (cf. punt 30)

2.                     Gerechtelijke procedure – Adiëring van het Gerecht op basis van een arbitragebeding – Bevoegdheid van het Gerecht uitsluitend omschreven door artikel 272 VWEU en het arbitragebeding – Toepassing van nationale bepalingen inzake bevoegdheid en ontvankelijkheid – Daarvan uitgesloten (Art. 272 VWEU) (cf. punt 31)

3.                     Gerechtelijke procedure – Adiëring van het Gerecht op basis van een arbitragebeding – Overeenkomsten gesloten in het kader van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Eenzijdige verbreking door de Commissie op grond van niet-nakoming van de contractuele verbintenissen – Verzoek tot terugbetaling van de voorschotten –Beroep ingesteld door de begunstigde tegen de brief van de Commissie waarbij zij haar voornemen om een debetnota uit te schrijven aankondigt – Geen bepaling van de betaalvoorwaarden en van de betaaldatum – Geen procesbelang – Niet-ontvankelijkheid van beroep (Art. 272 VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 71, lid 2; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 78 en 79) (cf. punten 38, 39, 46‑51, 53)

Voorwerp

Krachtens artikel 272 VWEU ingesteld beroep tot vaststelling door het Gerecht dat, ten eerste, verzoekster het bedrag dat zij van de Commissie heeft ontvangen voor het project Pocemon, dat is gesloten in het kader van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007‑2013), niet volledig hoeft terug te betalen, ten tweede, verzoekster in het kader van dat project geen forfaitaire schadevergoeding verschuldigd is, en ten derde, de Commissie de bedragen die zij aan verzoekster verschuldigd is niet mag verrekenen

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

ANKO AE Antiprosopeion, Emporiou kai Viomichanias wordt verwezen in de kosten.