Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 15 maart 2018 – Polskie Górnictwo Naftowe i Gazownictwo/Commissie

(Zaak T-130/17)1

[„Beroep tot nietigverklaring – Interne markt voor aardgas – Richtlijn 2009/73/EG – Besluit van de Commissie tot wijziging van de voorwaarden voor vrijstelling van de regels van de Unie voor de exploitatie van de OPAL-gasleiding wat de toegang van derden en tariefregulering betreft – Geen rechtstreekse geraaktheid – Niet-ontvankelijkheid”]

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Polskie Górnictwo Naftowe i Gazownictwo S.A. (Warschau, Polen) (vertegenwoordiger: M. Jeżewski, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: O. Beynet en K. Herrmann, gemachtigden)

Voorwerp

Beroep op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2016) 6950 final van de Commissie van 28 oktober 2016 houdende herziening van de krachtens richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG (PB 2003, L 176, blz. 57) verleende voorwaarden voor afwijking van de regels inzake de toegang van derden en tariefregulering met betrekking tot de OPAL-gaspijpleiding

Dictum

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Er behoeft geen uitspraak meer te worden gedaan op de verzoeken tot interventie.

Polskie Górnictwo Naftowe i Gazownictwo S.A. draagt haar eigen kosten alsook die van de Europese Commissie, met inbegrip van de kosten van de procedure in kort geding.

De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten betreffende de procedure in kort geding.

Polskie Górnictwo Naftowe i Gazownictwo, de Commissie, de Bondsrepubliek Duitsland, het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, OPAL Gastransport GmbH & Co. KG en Gazprom Eksport LLC dragen hun eigen kosten in verband met de verzoeken tot interventie.

____________

1     PB C 121 van 18.4.2017.