Language of document : ECLI:EU:T:2013:217





Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 25 april 2013 –
Gossio/Raad

(Zaak T‑130/11)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen en entiteiten in verband met situatie in Ivoorkust – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Kennelijke beoordelingsfout”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Handeling waarbij bestreden handeling in de loop van geding wordt ingetrokken en vervangen – Verzoek tot aanpassing van vordering tot nietigverklaring – Geen – Behoud van belang van verzoeker bij nietigverklaring van bestreden handeling (Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 25/2011, bijlage I A; besluit 2010/656 van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2011/18, bijlage II) (cf. punten 31‑34)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen tegen Ivoorkust – Bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten in verband met situatie in Ivoorkust – Geen verplichting tot vooraf horen van persoon ten aanzien van wie deze maatregel is genomen – Verplichting om in motivering specifieke en concrete elementen ter rechtvaardiging van deze maatregel aan te geven – Besluit genomen in aan belanghebbende gekende context zodat hij strekking van hem betreffende maatregel kan begrijpen – Toelaatbaarheid van beknopte motivering (Art. 296 VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 25/2011, bijlage I A; besluit 2010/656 van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2011/18, bijlage II) (cf. punten 40‑46)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Motiveringsplicht – Ander middel dan middel betreffende materiële wettigheid (Art. 263, tweede alinea, VWEU) (cf. punt 52)

4.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen – Beperkende maatregelen tegen Ivoorkust – Bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten in verband met situatie in Ivoorkust – Rechterlijke toetsing – Omvang – Beperkte toetsing voor algemene regels – Toetsing verruimd tot beoordeling van feiten en controle van bewijzen voor handelingen betreffende specifieke entiteiten (Art. 29 VEU; art. 215, lid 2, VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 25/2011, art. 11 bis, leden 1 en 2; besluit 2010/656 van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit 2011/18, art. 7, leden 1 en 2) (cf. punten 56‑58)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/18/GBVB van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 11, blz. 36), alsook van verordening (EU) nr. 25/2011 van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 11, blz. 1).

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Marcel Gossio wordt verwezen in zijn eigen kosten alsook in die van de Raad van de Europese Unie.

3)

De Republiek Ivoorkust en de Europese Commissie dragen elk hun eigen kosten.