Language of document :

Beroep ingesteld op 2 december 2011 - Wagon Automotive Nagold / Commissie

(Zaak T-610/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Wagon Automotive Nagold GmbH (Nagold, Duitsland) (vertegenwoordiger: T. Hackemann en H. Horstkotte, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van beschikking C(2011) 275 def. van de Commissie van 26 januari 2011 in een procedure betreffende de steunmaatregel van Duitsland C 7/2010 (ex CP 250/2009 en NN 5/2010) "KStG, Sanierungsklausel";

verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters baseren hun beroep in wezen op het volgende:

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU: de aftrek van verlies is geen uit staatsmiddelen verleende steun

Verzoekster betoogt met name dat § 8c, lid 1, van het Duitse Körperschaftsteuergesetz (wet inzake vennootschapsbelasting; hierna: "KStG") in strijd is met het objectieve nettobeginsel en het beginsel inzake draagkracht en dat met de saneringsclausule alleen een aantasting van de financiële positie van de belastingplichtige in strijd met de grondwet kan worden voorkomen in de gevallen die binnen de werkingssfeer van de saneringsclausule vallen. Derhalve is volgens verzoekster niet voldaan aan de vereisten van het gemeenschapsrecht om te spreken van staatssteun.

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU: geen selectiviteit bij gebrek aan uitzondering op het relevante referentiestelsel

Volgens verzoekster is het relevante referentiestelsel de algemene regeling inzake aftrek van verlies voor vennootschappen [§ 10, sub d, van het Duitse Einkommensteuergesetz (wet inkomstenbelasting) juncto § 8, lid 1, KStG en § 10, sub a, van het Duitse Gewerbesteuergesetz (wet inzake bedrijfsbelasting)] en is de beperking van § 8c KStG alleen een uitzondering op dit relevante referentiestelsel, die voorts met name door de saneringsclausule is beperkt.

Schending van artikel 107, lid 1, VWEU: geen selectiviteit doordat niet wordt gedifferentieerd tussen de marktdeelnemers, die zich wat het nagestreefde doel betreft, in een vergelijkbare feitelijke en juridische positie bevinden

Volgens verzoekster komt de saneringsclausule elke belastingplichtige onderneming ten goede en worden noch bepaalde branches respectievelijk activiteitsgebieden noch ondernemingen met een bepaalde omvang begunstigd.

4.    Schending van artikel 107, lid 1, VWEU: geen selectiviteit wegens rechtvaardiging op basis van de aard respectievelijk de interne opbouw van het belastingstelsel

Volgens verzoekster berust de saneringsclausule op grondslagen in verband met het belastingstelsel, die grondwettelijke beginselen volgen als belasting naar draagkracht, geen overdreven belasting en inachtneming van het evenredigheidsbeginsel.

5.    Schending van artikel 107, lid 1, VWEU: kennelijk onjuiste beoordeling op grond dat onvoldoende rekening is gehouden met de Duitse fiscaalrechtelijke situatie

Volgens verzoekster legt de Commissie de Duitse fiscaalrechtelijke normen inzake aftrek van verliezen verkeerd uit.

6.    Gemeenschapsrechtelijk beginsel van gewettigd vertrouwen

Verzoekster stelt met name dat de Commissie de fiscale saneringsvoorrechten bij het verwerven van participaties in samenhang met de aftrek van verliezen voor het eerst in een formele onderzoeksprocedure onderzocht; het gaat om een buitengewone handelswijze, aangezien alleen na een juridische vereenvoudiging van een bepaling (§ 8, lid 4, KStG) die onbetwist geen steun vormde, sprake zou kunnen zijn van steun. De relevantie van deze wettelijke vereenvoudiging op het gebied van het recht inzake staatssteun was niet evident voor de Duitse wetgever of de door deskundigen bijgestane ondernemingen.

____________