Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 23 december 2004 ingesteld door Jungbunzlauer AG en drie andere vennootschappen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-492/04)

Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 23 december 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Jungbunzlauer AG, gevestigd te Bazel (Zwitserland), Jungbunzlauer Ladenburg GmbH, gevestigd te Ladenburg (Duitsland), Jungbunzlauer Holding AG, gevestigd te Chur (Zwitserland), en Jungbunzlauer Austria AG, gevestigd te Wenen, vertegenwoordigd door R. Bechtold, M. Karl, U. Soltész en C. Steinle, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

-    de beschikking van de Commissie van 29 september 2004 (zaak COMP/E-1/36.756 - Natriumgluconaat) nietig te verklaren in haar geheel;

    subsidiair, de beschikking nietig te verklaren ten aanzien van elke afzonderlijke adressaat,

    subsidiair, de bij de beschikking opgelegde geldboete te verlagen;

-    de Commissie in verzoeksters' kosten te verwijzen;

-    het dossier van de zaak T-312/01 in de beschouwing te betrekken alsmede alle andere maatregelen tot organisatie van de procesgang te nemen die het passend acht.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij de bestreden beschikking heeft de Commissie vastgesteld dat verzoeksters in de sector natriumgluconaat in strijd met artikel 81, lid 1, EG en artikel 53 EER-Overeenkomst aan een overeenkomst van lange duur en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen hebben deelgenomen. Voor deze feiten is de ondernemingen een geldboete opgelegd.

Verzoeksters komen op tegen deze beschikking en voeren aan dat enkel Jungbunzlauer Ladenburg GmbH voor de inbreuk aansprakelijk is. Jungbunzlauer Austria AG en Jungbunzlauer AG hebben nooit aan de inbreuk deelgenomen en hebben het marktgedrag noch het commerciële beleid van Jungbunzlauer Ladenburg GmbH beïnvloed. Evenmin zijn zij aansprakelijk op grond dat zij vennootschapsrechtelijk gezien met Jungbunzlauer Ladenburg GmbH verbonden ondernemingen vormen dan wel tot het Jungbunzlauer-concern behoren. Jungbunzlauer Holding AG is een zuivere holdingmaatschappij zonder beslissende invloed op het beleid inzake hoeveelheden of prijzen en, bijgevolg, op het marktgedrag inzake natriumgluconaat van Jungbunzlauer Ladenburg GmbH.

Gesteld dat Jungbunzlauer Austria AG, Jungbunzlauer AG en Jungbunzlauer Holding AG aansprakelijk waren voor de inbreuk, hetgeen volgens verzoeksters niet het geval is, kon de Commissie wegens verstrijken van de verjaringstermijn deze vennootschappen niet langer een geldboete opleggen.

Verder voeren verzoeksters aan dat de beschikking, voorzover zij tot Jungbunzlauer Ladenburg GmbH is gericht, door formele en materiële gebreken is aangetast, daar de Commissie een aantal beginselen heeft geschonden. Zo heeft de Commissie onder meer het vermoeden van onschuld en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden, door in de loop van het geding met betrekking tot een beschikking van 2 oktober 2001 over hetzelfde kartel, een tweede administratieve procedure in te leiden. De Commissie heeft met de "tweede" beschikking van 29 september 2004 tevens het vertrouwensbeginsel en het beginsel ne bis in idem geschonden. Voorts was de duur van de procedure onaanvaardbaar lang.

Wat de vaststelling van de geldboete betreft, betogen verzoeksters onder meer dat deze onevenredig hoog is en de bovengrens voor geldboeten overschrijdt, dat de Commissie van een onjuiste duur van de overtreding uitgaat, dat Jungbunzlauer Ladenburg GmbH niet de leider van het kartel is, en dat wegens de buitensporig lange duur van de procedure verzachtende omstandigheden gelden.

____________