Language of document :

Arrest van het Gerecht van 26 oktober 2011 - Dufour / ECB

(Zaak T-436/09)

("Toegang tot documenten - Besluit 2004/258/EG - Gegevensbanken van ECB op grond waarvan verslagen over aanwerving en mobiliteit van personeel zijn opgesteld - Weigering van toegang - Beroep tot nietigverklaring - Procesbelang - Ontvankelijkheid - Begrip ‚document' - Beroep tot schadevergoeding - Prematuur karakter")

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Julien Dufour (Jolivet, Frankrijk) (vertegenwoordigers: I. Schoenacker Rossi en H. Djeyaramane, advocaten)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank (ECB) (vertegenwoordigers: aanvankelijk K. Laurinavicius en S. Lambrinoc, vervolgens S. Lambrinoc en P. Embley, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordigers: B. Weis Fogh en S. Juul Jørgensen, gemachtigden); Republiek Finland (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Heliskoski, H. Leppo en M. Pere, vervolgens J. Heliskoski en H. Leppo, gemachtigden); en Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk, K. Petkovska en S. Johannesson, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en C. ten Dam, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het bij brief van de president van de ECB van 2 september 2009 aan verzoeker meegedeelde besluit van de directie van de ECB tot afwijzing van verzoekers verzoek om toegang tot de gegevensbanken op grond waarvan de verslagen van de ECB over de aanwerving en de mobiliteit van haar personeel zijn opgesteld, voorts verzoek tot veroordeling van de ECB tot terbeschikkingstelling van de betrokken gegevensbanken aan verzoeker, en ten slotte verzoek tot vergoeding van de schade die verzoeker zou hebben geleden ten gevolge van de afwijzing van zijn verzoek om toegang.

Dictum

Het bij brief van de president van de ECB van 2 september 2009 aan J. Dufour meegedeelde besluit van de directie van de Europese Centrale Bank (ECB) wordt nietig verklaard.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

De ECB draagt naast haar eigen kosten de door Dufour gemaakte kosten.

Het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en de Europese Commissie dragen elk hun eigen kosten.

____________

1 - PB C 11 van 16.1.2010.