Language of document :

Beroep ingesteld op 24 maart 2010 - Spanje / Commissie

(Zaak T-138/10)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: J. Rodríguez Cárcamo)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van beschikking nr. C(2010) 337 van de Commissie van 28 januari 2010 tot vermindering van de op grond van beschikking C(1994) 3043/6, EFRO nr. 94.11.09.011, toegekende bijstand uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) ten behoeve van het operationele programma "regio Valencia-doelstelling 1 (1994-1999)" in Spanje, en

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij beschikking C(94) 30436 van 25 november 1994 heeft de Commissie bijstand uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) toegekend ten behoeve van een operationeel programma in de regio Valencia dat deel uitmaakte van het communautaire bestek voor structurele bijstandsverlening in de onder doelstelling 1 vallende regio's in Spanje in de periode 1994-1999, ten belope van maximaal 1 207 941 000 ECU ten laste van het EFRO. Volgens de in de onderhavige zaak bestreden beschikking zijn er onregelmatigheden begaan in 23 van de 38 betrokken projecten, waardoor de oorspronkelijk toegekende bijstand is verminderd met 115 612 377,25 EUR.

Ter onderbouwing van zijn beroep voert verzoeker de volgende middelen aan:

schending van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 19881, doordat in de bestreden beschikking is gebruikgemaakt van de methode van extrapolatie, terwijl dit artikel niet voorziet in de mogelijkheid om de bij concrete acties vastgestelde onregelmatigheden te extrapoleren naar alle acties die deel uitmaken van de uit de fondsen van het EFRO gefinancierde operationele programma's. De door de Commissie in de bestreden beschikking toegepaste correctie heeft geen rechtsgrondslag, aangezien de richtsnoeren van de Commissie van 15 oktober 1997 betreffende de netto financiële correcties in het kader van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad, volgens het arrest van het Hof van Justitie van 6 april 2000, Koninkrijk Spanje/Commissie, C-443/972, geen rechtsgevolgen ten aanzien van de lidstaten kunnen teweegbrengen en aangezien artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 alleen betrekking heeft op de vermindering van de bijstand indien het onderzoek een onregelmatigheid bevestigt, zodat geen correcties door extrapolatie kunnen worden toegepast;

subsidiair, schending van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988, gelezen in samenhang met het huidige artikel 4, lid 3, VEU (beginsel van loyale samenwerking), doordat de correctie door extrapolatie is toegepast ondanks het feit dat er geen tekortkomingen in het stelsel van beheer van, controle op of audit van de gewijzigde overeenkomsten aan het licht zijn gekomen, nu de voor het beheer bevoegde organen de Spaanse wettelijke regeling toepasten, met betrekking waartoe het Hof van Justitie van de Europese Unie niet heeft geoordeeld dat zij in strijd is met het recht van de Europese Unie. De naleving van het nationale recht door de beheerders kan - ook al leidt dit mogelijkerwijs tot de vaststelling door de Commissie van onregelmatigheden of concrete inbreuken op het recht van de Europese Unie - niet als basis dienen voor een extrapolatie wegens inefficiëntie van het stelsel van beheer, wanneer het Hof van Justitie niet heeft vastgesteld dat de door die organen toegepaste wet in strijd is met het recht van de Europese Unie en de Commissie geen niet-nakomingsprocedure krachtens artikel 258 VWEU heeft ingeleid;

subsidiair, schending van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988, doordat de steekproef die voor de toepassing van de financiële correctie door extrapolatie is gebruikt, niet representatief is. De Commissie trok de steekproef voor de toepassing van de extrapolatie aan de hand van een zeer klein aantal projecten (38 van 7 862), nam daarbij niet alle zwaartepunten van het operationele programma in aanmerking, hield rekening met uitgaven die de Spaanse autoriteiten eerder hadden ingetrokken, ging uit van de aangegeven uitgaven en niet van de toegekende bijstand, en maakte gebruik van een computerprogramma dat voor minder dan 85 % betrouwbaar was. Daardoor voldoet de steekproef niet aan de representativiteitsvoorwaarden die vervuld moeten zijn om als basis voor een extrapolatie te kunnen dienen;

verjaring van de vervolging ingevolge artikel 3 van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 19953. Ten slotte moet voor de verjaring van de onregelmatigheden worden gekeken naar het tijdstip waarop de Spaanse autoriteiten van het bestaan van onregelmatigheden op de hoogte zijn gebracht (hetgeen in juli 2004 geschiedde, terwijl het in de meeste gevallen om in 1997, 1998 en 1999 begane onregelmatigheden ging), waarbij de in artikel 3 van verordening nr. 2988/95 gestelde termijn van vier jaar moet worden toegepast.

____________

1 - Verordening tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374, blz. 1).

2 - Jurispr. blz. I-2415.

3 - Verordening betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312, blz. 1).