Language of document :

Beroep ingesteld op 16 maart 2010 - M/EMEA

(Zaak T-136/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: M (vertegenwoordigers: C. Thomann, Barrister, en I. Khawaja, Solicitor)

Verwerende partij: Europees geneesmiddelenbureau (EMEA)

Conclusies

Toekenning van schadevergoeding ingevolge artikel 340 VWEU voor geleden schade als gevolg van niet-nakoming, tot een nader te berekenen bedrag, of enig ander door het Gerecht passend te achten bedrag;

Rente over de verschuldigd te achten bedragen tot een percentage dat vergelijkbaar is met dat ingevolge Section 35A van de Supreme Court Act 1981, of enig ander door het Gerecht passend te achten bedrag;

Verwijzing van verweerder in de kosten;

Alle verdere door het Gerecht passend geachte vormen van compensatie.

Middelen en voornaamste argumenten

In deze zaak vordert verzoeker dat het Gerecht hem ingevolge artikel 340 VWEU schadevergoeding toekent voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van een arbeidsongeval. Hij stelt dat hij letsel heeft opgelopen door niet-nakoming door verweerder van diens verplichtingen ten opzichte van hem als werknemer van verweerder.

Verzoeker beroept zich onder meer op artikel 6, lid 3, van richtlijn 89/391/EEG1, artikel 15 van bijlage I bij richtlijn 89/654/EEG van de Raad2 en artikel 3 van richtlijn 89/655/EEG3 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats.

Doordat verweerder heeft verzuimd, te voldoen aan zijn verplichtingen op het gebied van veiligheid en gezondheid met betrekking tot de inschatting en vermindering van risico's, de geschiktheid van de ter beschikking gestelde arbeidsmiddelen en het bieden van vrije oppervlakten op de werkplek, is verweerder zijn verplichtingen ingevolge de Health and Safety Law van het Verenigd Koninkrijk en zijn normale zorgplicht niet nagekomen. Verzoeker stelt persoonlijk letsel, financiële en immateriële schade te hebben geleden als gevolg van bovengenoemde niet-nakoming en recht te hebben op vergoeding daarvoor.

____________

1 - Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183, blz. 1).

2 - Richtlijn 89/654/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen (eerste bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 393, blz. 1).

3 - Richtlijn 89/655/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 393, blz. 13).