Language of document : ECLI:EU:T:2013:295

Zaak T‑65/11

Recombined Dairy System A/S

tegen

Europese Commissie

„Douane-unie – Invoer van lactoglobulineconcentraten uit Nieuw-Zeeland – Navordering van invoerrechten – Verzoek om kwijtschelding van invoerrechten – Artikelen 220, lid 2, sub b, en 236 van verordening (EEG) nr. 2913/92”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 5 juni 2013

1.      Eigen middelen van de Europese Unie – Terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer of uitvoer – Uitzondering – Strikte uitlegging

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, sub b, en 239)

2.      Eigen middelen van de Europese Unie – Navordering van rechten bij invoer of uitvoer – Voorwaarden voor niet-boeking van invoerrechten, genoemd in artikel 220, lid 2, sub b, van verordening nr. 2913/92 – Cumulatieve voorwaarden

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, sub b)

3.      Eigen middelen van de Europese Unie – Navordering van rechten bij invoer of uitvoer – Voorwaarden voor niet-boeking van invoerrechten, genoemd in artikel 220, lid 2, sub b, van verordening nr. 2913/92 – Vergissing van bevoegde autoriteiten zelf – Geen verstrekking van bindende tariefinlichting – Geen invloed

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, sub b)

4.      Douane-unie – Toepassing van douaneregeling – Onder dezelfde tariefpost ingedeelde goederen – Gewettigd vertrouwen van belastingplichtige – Commissie heeft geen bindende tariefinlichting verstrekt waarbij die indeling wordt bevestigd – Geen invloed

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 220, lid 2, sub b; verordening nr. 2454/93 van de Commissie, art. 871, lid 5)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 22)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 23)

3.      Overeenkomstig artikel 220, lid 2, sub b, van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek kunnen de bevoegde autoriteiten worden geacht een vergissing te hebben begaan wanneer zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de tariefindeling van de goederen door de belastingschuldige in zijn douaneaangifte, en die douaneaangifte alle voor de toepassing van de betrokken regeling vereiste feitelijke gegevens bevatte, zodat een latere controle waartoe de bevoegde instanties eventueel zouden overgaan, geen nieuwe gegevens aan het licht kan brengen. Dit is met name het geval, wanneer alle door de belastingschuldige ingediende douaneaangiften volledig waren, in die zin, dat zij met name, naast de aangegeven tariefpost, de beschrijving van de goederen volgens de specificaties van de nomenclatuur bevatten, en wanneer gedurende een betrekkelijk lange periode een groter aantal importen heeft plaatsgevonden, zonder dat er met betrekking tot de tariefpost ooit bezwaar is gemaakt.

Voornoemd artikel 220, lid 2, sub b, dat bij een vergissing van de douaneautoriteiten recht geeft op niet-navordering van invoer- of uitvoerrechten, vindt ook toepassing in situaties waarin de verzoekende partij geen bindende tariefinlichting heeft gekregen of daar niet om heeft verzocht. Dat de verzoekende partij niet om een bindende tariefinlichting voor de betrokken producten heeft verzocht, betekent immers nog niet dat de douaneautoriteiten zich niet hebben vergist.

(cf. punten 24, 25, 27)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 33)