Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Galicia (Spanje) op 14 november 2016 – Grupo Norte Facility, S.A./Angel Manuel Moreira Gómez

(Zaak C-574/16)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Superior de Justicia de Galicia

Partijen in het hoofdgeding

Appellante: Grupo Norte Facility, S.A.

Geïntimeerde: Angel Manuel Moreira Gómez

Prejudiciële vragen

Zijn, voor de toepassing van het beginsel van de gelijkwaardigheid van tijdelijke en vaste werknemers, als „vergelijkbare situaties” aan te merken de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op basis van „objectieve omstandigheden” ex artikel 49, lid 1, onder c), van het werknemersstatuut en de beëindiging daarvan op „objectieve gronden” ex artikel 52 van het werknemersstatuut, en is er bij het verschil in vergoeding tussen het ene en het andere geval dus sprake van ongelijke behandeling van tijdelijke en vaste werknemers als verboden door richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd1 ?

Zo ja, moet dan worden aangenomen dat de doelstellingen van sociaal beleid die ten grondslag lagen aan de overeenkomst ter vervanging van een met deeltijdpensioen gaande werknemer, ook het verschil in behandeling, doordat bij beëindiging van het dienstverband een geringere vergoeding wordt toegekend, rechtvaardigen ex clausule 4, lid 1, van die raamovereenkomst wanneer de werkgever er vrijwillig voor kiest om die overeenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan?

Moet, als aangenomen wordt dat er geen redelijke rechtvaardigingsgrond ex clausule 4, lid 1, aanwezig is, ter verzekering van het nuttig effect van richtlijn 1999/70/EG de uitlegging dan luiden dat de ongelijke behandeling van tijdelijke en vaste werknemers in de hiervoor genoemde Spaanse regeling, wat de vergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst betreft, een door artikel 21 van het Handvest [van de grondrechten van de Europese Unie] verboden discriminatie oplevert en strijdig is met het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel, die behoren tot de algemene beginselen van Unierecht?

____________

1 PB 1999, L 175, blz. 43.