Language of document :

Beroep ingesteld op 27 mei 2009 - Alder Capital / BHIM - Halder Holdings (ALDER CAPITAL)

(Zaak T-209/99)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Alder Capital Ltd (Dublin, Ierland) (vertegenwoordigers: H. Hartwig en A. von Mühlendahl, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Halder Holdings BV (Den Haag, Nederland)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 20 februari 2009 in zaak R 486/2008-2;

verwijzing van verweerder in de kosten van de procedure, met inbegrip van de kosten van verzoekster voor de kamer van beroep, en

verwijzing van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep in de kosten van de procedure, met inbegrip van de kosten van verzoekster voor de kamer van beroep, indien Halder Holdings in deze zaak mocht interveniëren.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "ALDER CAPITAL" voor diensten van klasse 36

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekende partij

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: in de Benelux ingeschreven woordmerken "Halder" en "Halder Investments" voor diensten van de klassen 35 en 36; internationale inschrijving van het woordmerk "Halder" voor diensten van de klassen 35 en 36; niet-ingeschreven handels- en firmanamen "Halder", "Halder Holdings", "Halder Investments" en "Halder Interest" die in het economisch verkeer worden gebruikt

Beslissing van de nietigheidsafdeling: ongeldigverklaring van het betrokken gemeenschapsmerk

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen:

(1)    Schending van de artikelen 57 en 58 van verordening nr. 40/94 (thans de artikelen 58 en 59, respectievelijk, van verordening nr. 207/2009 van de Raad), alsmede van artikel 8, lid 3, van verordening nr. 216/961, aangezien de kamer van beroep ten onrechte gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere partij in de bij haar aanhangige procedure om het punt van het normaal gebruik opnieuw te onderzoeken;

(2)    Schending van artikel 52, lid 1, sub a, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 53, lid 1, sub a, van verordening nr. 207/2009) en van artikel 55, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 56, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009) in samenhang met de artikelen 42, lid 1, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 41, lid 1, van verordening nr. 207/2009) en artikel 8, lid 2, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 8, lid 2, van verordening nr. 207/2009), aangezien de kamer van beroep niet meteen het door de andere partij in de bij haar aanhangige procedure ingediende verzoek tot ongeldigverklaring heeft afgewezen, voor zover het was gebaseerd op oudere rechten die aan een derde zijn overgedragen;

(3)    Schending van de artikelen 56, leden 2 en 3, van verordening nr. 40/94 (thans de artikelen 57, leden 2 en 3, van verordening nr. 207/2009) in samenhang met artikel 15 van verordening nr. 40/94 (thans artikel 15 van verordening nr. 207/2009) en van artikel 10 van richtlijn 89/104/EEG2 en regel 40, lid 6, in samenhang met regel 22, leden 3 en 4, van verordening nr. 2868/953, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat de andere partij in de bij haar aanhangige procedure heeft aangetoond dat sprake was van normaal gebruik van al haar oudere merken, waar dan ook;

(4)    Subsidiair, schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009), aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er gevaar voor verwarring tussen de betrokken merken bestond.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 216/96 van de Commissie van 5 februari 1996 houdende het Reglement voor de procesvoering bij de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (PB L 28, blz. 11).

2 - Eerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 1989, L 40, blz. 1).

3 - Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk (PB L 303, blz. 1).