Beroep ingesteld op 30 maart 2012 - Aventis Pharmaceuticals/BHIM - Fasel (CULTRA)
(Zaak T-142/12)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Aventis Pharmaceuticals, Inc. (New Jersey, Verenigde Staten) (vertegenwoordiger: R. Gilbey, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Fasel Srl (Bologna, Italië)
Conclusies
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 26 januari 2012 in zaak R 2478/2010-1 vernietigen;
zich uitspreken over de overeenstemming tussen de tekens, en zijn standpunt dienaangaande met redenen omkleden, voor het geval dat de kamer van beroep van de juiste feiten zou zijn uitgegaan en de juiste criteria zou hebben toegepast; en
de verliezende partij verwijzen in de kosten van verzoeker in de onderhavige procedure en de voorafgaande procedures.
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "CULTRA" voor waren van klasse 10 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 7534035
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoeker
Oppositiemerk of -teken: het in Tsjechië onder nr. 301724 ingeschreven woordmerk "SCULPTRA" voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44; het in Duitsland onder nr. 30406574 ingeschreven woordmerk "SCULPTRA" voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44; het in Finland onder nr. 233638 ingeschreven woordmerk "SCULPTRA" voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44; het in het Verenigd Koninkrijk onder nr. 2355273 ingeschreven woordmerk "SCULPTRA" voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44; het in Hongarije onder nr. 183214 ingeschreven woordmerk "SCULPTRA" voor waren en diensten van de klassen 5, 10 en 44
Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie in haar geheel
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van regel 50 van verordening nr. 2868/95 van de Commissie en artikel 76, lid 2, van verordening nr. 207/2009 van de Raad aangezien de kamer van beroep i) haar redenering en beslissing heeft gebaseerd op een feit dat niet door partijen was aangevoerd of naar voren gebracht, noch in de bestreden beslissing was aangehaald, met name dat het litigieuze teken voornamelijk of uitsluitend als "ULTRA" met een cirkelvormig beeldelement wordt waargenomen; ii) belangrijke door verzoeker aangevoerde argumenten en bewijzen inzake de begripsmatige overeenstemming niet heeft onderzocht, de door de tekens gecreëerde totaalindruk niet op een correcte wijze heeft vergeleken, en dus de regel van de globale vergelijking, zoals uitgewerkt door het Hof, niet heeft toegepast; iii) het verwarringsgevaar niet louter heeft beoordeeld op grond van de aangevoerde feiten; en iv) niet op een rechtens verdedigbare wijze rekening heeft gehouden met de onderlinge samenhang van relevante algemene factoren, inzonderheid de gelijkheid of overeenstemming van de waren en diensten, en de overeenstemming tussen de tekens.
____________