Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 10 juni 2003 ingesteld door Lars Bo Rasmussen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-203/03)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 10 juni 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Lars Bo Rasmussen, woonachtig te Hellerup (Denemarken), vertegenwoordigd door Gilles Bounéou, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(besluit nr. 34988 van de Commissie van 1 juli 2000 nietig te verklaren;

(nietig te verklaren het afwijzende besluit van 21 januari 2003;

(verweerster te veroordelen, de ten onrechte uit hoofde van artikel 85 van het Statuut teruggevorderde bedragen, vermeerderd met interessen, terug te betalen;

(verweerster te veroordelen, verzoeker ter vergoeding van de door hem geleden schade 10 000 EUR te betalen dan wel ieder ander bedrag dat het Gerecht ter vergoeding van geleden morele schade billijk zal achten;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker was ambtenaar van de Commissie. Bij het bestreden besluit heeft de Commissie verzoeker berispt naar aanleiding van diens valse verklaringen in het kader van dienstreizen en verlof.

Verzoeker beroept zich in de eerste plaats op schending van verordening nr. 1 van de Commissie alsmede van artikel 13 EG-Verdrag. Verweerster is in haar correspondentie met verzoeker de Franse taal blijven gebruiken, ook nadat verzoeker had gevraagd om op het Deens of het Engels over te gaan. Dit is discriminerend.

In de tweede plaats beroept verzoeker zich op schending van het medisch geheim doordat verweerster zich tot haar medische dienst heeft gewend om te vernemen of verzoeker op de hoorzitting aanwezig kon zijn. Dat advies kon slechts gebaseerd zijn op zijn medisch dossier, zodat het medisch geheim is geschonden.

In de derde plaats beroept verzoeker zich op onregelmatigheden in de procedure, daar de tegen hem aangevoerde bezwaren niet duidelijk waren geformuleerd in de nota tot inleiding van de tuchtprocedure. Verzoeker beroept zich op schending van het recht, inzonderheid artikel 71 en bijlage VII van het Statuut.

____________