Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 6 juni 2003 ingesteld door Bank Austria Creditanstalt AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-198/03)

    Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 6 juni 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Bank Austria Creditanstalt AG, gevestigd te Wenen (Oostenrijk), vertegenwoordigd door Christian Zschocke en Jürgen Beninca, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de beschikking van verweerster van 5 mei 2003 nietig te verklaren;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verweerster heeft op 11 juni 2002 een boetebeschikking tegen verzoekster en zeven andere Oostenrijkse banken gericht in zaak COMP/36.571 (Oostenrijkse banken). Verzoekster heeft tegen deze beschikking beroep aangetekend.(1)

Het onderhavige beroep is gericht tegen verweersters beschikking van 5 mei 2003, waarbij verweerster de bekendmaking van haar boetebeschikking van 11 juni 2002 in het Publicatieblad en vooraf op Internet aankondigt. Verweerster heeft bij de thans bestreden beschikking de verzoeken van verzoekster met betrekking tot de aangekondigde bekendmaking van de boetebeschikking afgewezen.

Volgens verzoekster is de bekendmaking van de boetebeschikking in de aangekondigde vorm ontoelaatbaar. Deze beschikking mag niet bekend worden gemaakt, daar artikel 21, lid 1, van verordening nr. 17 niet toestaat dat beschikkingen krachtens artikel 15 van deze verordening bekend worden gemaakt.

Voorts mag de boetebeschikking niet bekend worden gemaakt in de door verweerster voorgelegde niet-vertrouwelijke versie, daar deze ( behalve dat de namen van natuurlijke personen zijn weggelaten ( die beschikking woordelijk weergeeft. Verordening nr. 17 staat enkel bekendmaking toe van de voornaamste inhoud van de bekend te maken beschikking.

Verzoekster betoogt voorts dat de passages uit de boetebeschikking die betrekking hebben op het jaar 1994, in geen geval bekend mogen worden gemaakt, daar deze voor het beschikkende gedeelte van de boetebeschikking irrelevant zijn en verweerster niet bevoegd was om vast te stellen dat verzoekster in 1994 artikel 81 EG heeft geschonden. Bovendien is de bekendmaking van de niet-vertrouwelijke versie van de boetebeschikking in het Publicatieblad en op Internet in strijd met verordening nr. 45/2001.(2)

____________

1 - ) (Zaak T-260/02, Bank Austria Creditanstalt/Commissie (PB C 274, blz. 28).

2 - ) (Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).