Arrest van het Gerecht van 6 maart 2024 – BSW – management company of „BMC” holding/Raad
(Zaak T-258/22)1
(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus – Verboden op de invoer, de aankoop, het vervoer en de levering van producten en diensten van de sector van ijzer- en stijlproducten uit Belarus – Motiveringsplicht – Gelijke behandeling – Misbruik van bevoegdheid – Evenredigheid – Eigendomsrecht – Vrijheid van ondernemerschap”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: AAT Byelorussian Steel Works – management company of „Byelorussian Metallurgical Company” holding (BSW – management company of „BMC” holding) (Zjlobin, Belarus) (vertegenwoordigers: N. Tuominen en L. Engelen, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Rebasti en A. Boggio-Tomasaz, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Carpus Carcea en J. Norris, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster nietigverklaring van, ten eerste, besluit (GBVB) 2022/356 van de Raad van 2 maart 2022 tot wijziging van besluit 2012/642/GBVB betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (PB 2022, L 67, blz. 103), en, ten tweede, verordening (EU) 2022/355 van de Raad van 2 maart 2022 tot wijziging van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (PB 2022, L 67, blz. 1), voor zover zij haar betreffen.
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
AAT Byelorussian Steel Works – management company of „Byelorussian Metallurgical Company” holding (BSW – management company of „BMC” holding) wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie.
De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.
____________
1 PB C 257 van 4.7.2022.