Language of document :

Beroep ingesteld op 22 februari 2013 - Dennekamp / Parlement

(Zaak T-115/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Gert-Jan Dennekamp (Giethoorn, Nederland) (vertegenwoordigers: O. Brouwer en T. Oeyen, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van het Parlement van 11 december 2012 waarbij toegang is geweigerd tot (i) alle documenten blijkens welke huidige leden van het Europese Parlement aangesloten zijn bij de aanvullende pensioenregeling (pensioenregeling), (ii) een lijst van de namen van de parlementsleden die na september 2005 aangesloten waren bij de pensioenregeling, en (iii) een lijst van de namen van de huidige bij de pensioenregeling aangeslotenen voor wie het Parlement een maandelijkse bijdrage betaalt. Dit besluit is verzoeker op 12 december 2012 meegedeeld bij brief met referentie A(2012)13180;

verwijzing van het Parlement in verzoekers kosten overeenkomstig artikel 87 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht met inbegrip van de kosten van eventuele interveniënten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker baseert zijn beroep op twee middelen.

Eerste middel: de artikelen 11 en 42 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn geschonden; rechtens onjuiste toepassing van artikel 4, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 1049/20012 in samenhang met artikel 8b van verordening (EG) nr. 45/2001, daar het bestreden besluit onterecht de draagwijdte van het in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest) vervatte recht om inlichtingen te ontvangen en te verstrekken, en het in artikel 42 van het Handvest vervatte recht op toegang tot officiële documenten onterecht beperkt, door onjuiste toepassing van artikel 4, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 1049/2001 in samenhang met artikel 8b van verordening (EG) nr. 45/2001, aangezien:

het Parlement in de eerste plaats onterecht van mening was dat verzoeker geen uitdrukkelijke en legitieme redenen had gegeven ten blijke dat het noodzakelijk was de persoonlijke gegevens in de aangevraagde documenten te verstrekken;

het Parlement in de tweede plaats onterecht van mening was dat de informatie over de aansluiting bij de pensioenregeling tot de privésfeer van het betrokken parlementslid behoort;

het Parlement in de derde plaats ten onrechte van mening was dat het legitieme belang van het betrokken parlementslid voorrang had boven de noodzakelijke gegevensverstrekking.

Tweede middel: het Parlement kwam door zijn onjuiste rechtsopvatting zijn verplichting niet na om voldoende en passende redenen voor het bestreden besluit te geven waarbij het zijn motiveringsplicht van artikel 296 VWEU heeft geschonden.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).

2 - Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB 2001, L 8, blz. 1).