Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 20 november 2003 ingesteld door Korn-OG Foderstof Kompagniet tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-380/03)

Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 20 november 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Korn-OG Foderstof Kompagniet, gevestigd te Viby (Denemarken), vertegenwoordigd door L. Harings en K. Landry, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

1. verweerster te veroordelen aan verzoekster te betalen:

─    82.702,12 euro

─    10.394,00 USD, vermeerderd met interesten van 5 % boven de destijds toepasselijke Deense rentevoet, vanaf 1 november 1999, subsidiair vanaf de indiening van het verzoekschrift, alsmede

─    828,73 USD,

en

2. verweerster overeenkomstig artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert krachtens artikel 238 EG schadevergoeding van de Europese Commissie in verband met een overeenkomst inzake de levering van broodrogge aan de Russische Federatie. Daarnaast vordert zij moratoire interesten.

Verzoekster betoogt dat haar ingevolge verordening (EG) nr. 111/1999 de opdracht voor de levering van broodrogge aan de Russische Federatie is gegund. Door de ongerechtvaardigde vertraging in de overname van de levering door het begunstigde land heeft zij aanzienlijke schade geleden. De vertraging is veroorzaakt door het feit dat de Russische Federatie eerst gebreken in de geleverde waren aanvoerde, waarvan echter bij nader onderzoek door de Europese Commissie niet is gebleken. Verzoekster heeft gedurende ongeveer één jaar de aan de Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung in Duitsland (BLE) betaalde bedragen moeten financieren.

Volgens de beginselen op het gebied van overeenkomsten is de Europese Commissie aansprakelijk voor het verzuim van het begunstigde land, aangezien zij voor de overname van de levering een beroep op het begunstigde land had gedaan. De vertraging valt derhalve onder haar verantwoordelijkheid. De Europese Commissie heeft verzoeksters recht op schadevergoeding ten gronde erkend.

De vordering van moratoire interesten is gebaseerd op het feit dat de door verzoekster gestelde zekerheid ten onrechte verbeurd is verklaard. De Commissie heeft pas na een jaar aan haar verplichtingen jegens verzoekster voldaan. Verzoekster heeft in dit verband weliswaar geen rechtstreeks contact met de Europese Commissie gehad, maar de nationale autoriteit, de Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung, heeft in zoverre enkel als betaalorgaan van de Europese Commissie gehandeld.

____________