Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 17 november 2003 ingesteld door Izar Construcciones Navales SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-382/03)

    Procestaal: Spaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 17 november 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Izar Construcciones Navales SA, gevestigd te Madrid (Spanje), vertegenwoordigd door D.J. Folguera Crespo, E. Navarro Varona en D.A. Gutiérrez Hernández, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(krachtens artikel 230 EG het besluit van de Commissie van 27 juli 2002 met betrekking tot vermeende staatssteun aan Spaanse openbare scheepswerven, nietig te verklaren, en

(de Commissie te verwijzen in de kosten die Izar in dit geding heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in dit geding, dezelfde als in zaak T-381/03, Izar, komt op tegen het besluit van de Commissie waarin:

( de onderzoeksprocedure van artikel 88, lid 2, EG wordt ingeleid met betrekking tot drie vermeende steunmaatregelen, namelijk een kapitaaluitbreiding ten belope van 736 miljoen euro, met een emissiepremie van 586 miljoen euro, en twee latere kapitaalinjecties van 105 en 50 miljoen euro respectievelijk in de vorm van emissiepremie;

( de argumenten van het Koninkrijk Spanje met betrekking tot artikel 296 EG worden verworpen waardoor de inleiding van de specifieke procedure van artikel 298, eerste en tweede alinea, wordt geweigerd;

( de verenigbaarheid met het gemeenschapsrecht wordt betwist van bepaalde steun die in 1997 in dezelfde sector was toegestaan, ten aanzien waarvan de bovengenoemde maatregelen dienen te worden beschouwd als aanvullende steun.

Verzoekster beroept zich op dezelfde middelen en argumenten als in zaak T-381/01, Izar.

In het bijzonder wordt schending van de artikelen 88, 296 en 298 EG aangevoerd voorzover het Koninkrijk Spanje zich vooraf uitdrukkelijk heeft beroepen op de in artikel 296, lid 1, sub b, EG bedoelde uitzondering en de Commissie derhalve niet gemachtigd is om de procedure van artikel 88, lid 2, EG in te leiden, maar enkel een van de specifieke procedures van artikel 298 kan volgen.

____________