Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal judiciaire de Chambéry (Frankrijk) op 20 februari 2024 – xx / ww, yy, zz, vv

(Zaak C-196/24, Aucrinde1 )

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal judiciaire de Chambéry

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: xx

Verwerende partijen: ww, yy, zz, vv

Deelnemer aan de procedure: openbaar ministerie

Prejudiciële vragen

Kan de nationale rechter op basis van artikel 12 van verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken1 weigeren die verordening toe te passen en weigeren aan het verzoek van de verzoekende staat gehoor te geven op grond dat de vorm van het verzoek in strijd is met grondbeginselen van het nationale recht van de aangezochte staat, met name met artikel 16-11 van het burgerlijk wetboek?

Indien artikel 12 van verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken wordt toegepast zonder het nationale recht in aanmerking te nemen, op welke wijze moeten artikel 1 (recht op waardigheid) en artikel 7 (recht op eerbiediging van het privéleven) van het Handvest van de grondrechten worden uitgelegd en hoe verhouden deze artikelen zich tot elkaar teneinde te bepalen of een dergelijke toepassing van de verordening al dan niet in strijd is met het Handvest?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 PB 2020, L 405, blz. 1.