BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF
1 juni 2022 (*)
„Doorhaling”
In zaak C‑809/21,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (Nederland), bij beslissing van 21 december 2021, ingekomen bij het Hof op dezelfde dag, in de procedure
Nokia Solutions and Networks Oy
tegen
Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Eindhoven,
geeft
DE PRESIDENT VAN HET HOF,
advocaat-generaal T. Ćapeta gehoord,
de navolgende
Beschikking
1 Bij brief van 4 mei 2022 heeft de griffie van het Hof de verwijzende rechterlijke instantie het arrest van 28 april 2022, Gräfendorfer Geflügel und Tiefkühlfeinkost e.a. (gevoegde zaken C‑415/20, C‑419/20 en C‑427/20, EU:C:2022:306), toegezonden met het verzoek aan te geven of zij in het licht van dat arrest haar verzoek om een prejudiciële beslissing wenste te handhaven.
2 Bij brief van 20 mei 2022, ingekomen ter griffie van het Hof op 24 mei 2022, heeft de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (Nederland), het Hof laten weten dat zij dit verzoek om een prejudiciële beslissing niet wenste te handhaven.
3 Bijgevolg dient krachtens artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.
4 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.
De president van het Hof beschikt:
Zaak C‑809/21 wordt doorgehaald in het register van het Hof.
Luxemburg, 1 juni 2022.
A. Calot Escobar | | K. Lenaerts |