Language of document :

Beroep ingesteld op 18 juli 2023 – Polen/Parlement en Raad

(Zaak C-451/23)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Verwerende partijen: Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van verordening (EU) 2023/857 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van verordening (EU) 2018/842 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en van verordening (EU) 2018/19991 in haar geheel;

verwijzing van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1) Schending van artikel 192, lid 2, onder c), VWEU

Volgens Polen hebben de verwerende instellingen artikel 192, lid 2, onder c), VWEU geschonden doordat de bestreden verordening niet is vastgesteld op de rechtsgrondslag van die bepaling van het Verdrag, waarin eenparigheid van stemmen in de Raad wordt voorgeschreven, hoewel de verordening een aanzienlijke invloed heeft op de keuze van een lidstaat tussen verschillende energiebronnen en op de algemene structuur van zijn energievoorziening.

2) Schending van het beginsel van energiesolidariteit neergelegd in artikel 194, lid 1, onder b), VWEU

Polen is van mening dat de verwerende instellingen artikel 194, lid 1, onder b), VWEU hebben geschonden door het streefcijfer voor de vermindering van de broeikasgasemissies van de Unie en de individuele reductiedoelstellingen van de lidstaten te verhogen tot 40 %, hetgeen een bedreiging vormt voor de energiezekerheid van Polen, omdat geen rekening is gehouden met de belangen van de verschillende mogelijk betrokken lidstaten en hun belangen niet zijn afgewogen tegen die van de Unie.

3) Schending van het evenredigheidsbeginsel neergelegd in artikel 5, lid 4, VEU

Polen is van mening dat de verwerende instellingen het evenredigheidsbeginsel hebben geschonden door het streefcijfer voor de vermindering van de broeikasgasemissies van de Unie en de individuele reductiedoelstellingen van de lidstaten te verhogen tot 40 %, op basis van een onjuiste analyse in de effectbeoordeling, die onvolledig was, fouten bevatte en gebaseerd was op verouderde gegevens.

4) Schending van het beginsel van loyale samenwerking neergelegd in artikel 4, lid 3, VEU

Polen is van mening dat de verwerende instellingen het beginsel van loyale samenwerking hebben geschonden door in verordening 2023/857 reductiedoelstellingen vast te stellen die zijn gebaseerd op achterhaalde sociaaleconomische en politieke omstandigheden zonder rekening te houden met de reële mogelijkheden van de lidstaten.

____________

1     PB 2023, L 111, blz. 1.