Language of document : ECLI:EU:T:2016:454





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 8 september 2016 –
Generics (UK)/Commissie

(Zaak T‑469/13)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van antidepressiva die het werkzame farmaceutische bestanddeel citalopram bevatten – Begrip mededingingsbeperking naar strekking – Potentiële mededinging – Generieke geneesmiddelen – Drempels voor toetreding tot de markt als gevolg van het bestaan van octrooien – Overeenkomsten tussen de octrooihouder en een onderneming die actief is op het gebied van generieke geneesmiddelen – Rechtsdwaling – Beoordelingsfout – Rechten van verdediging – Geldboeten”

1.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Potentiële mededinging – Reële en concrete mogelijkheid voor een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is om met risico tot de markt toe te treden wanneer daarop geneesmiddelen aanwezig zijn die octrooibescherming genieten – Overeenkomst tussen de octrooihouder en ondernemingen die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief zijn die deze toetreding kan verhinderen – Beperking van de potentiële mededinging (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 69‑75, 87, 93‑97, 102, 105, 106, 110, 113, 116, 117, 120, 220)

2.                     Mededinging – Administratieve procedure – Besluit van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Bewijs van de inbreuk en van de duur daarvan ten laste van de Commissie – Omvang van de bewijslast – Vereiste mate van nauwkeurigheid van de door de Commissie in aanmerking genomen bewijzen – Samenstel van aanwijzingen – Vermoeden van onschuld – Toepasselijkheid – Bewijslast van de ondernemingen die het bestaan van de inbreuk betwisten – Rechterlijk toezicht – Omvang (Art. 101, lid 1, VWEU en 263 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 76‑84, 89, 214)

3.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Inhoud en doel van een mededingingsregeling en economische en juridische context waarin die zich ontwikkelt – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg – Voornemen van de partijen bij een overeenkomst om de mededinging te beperken – Criterium niet noodzakelijk – Inbreuk naar strekking – Voldoende nadelige beïnvloeding – Beoordelingscriteria (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 132‑138, 149‑152, 329)

4.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Ontoelaatbaarheid (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 144, 213, 243‑245, 253, 260‑264, 275)

5.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Meest rendabele of minst risicovolle oplossing voor de betrokken ondernemingen – Doelstelling om te ongunstige gevolgen van rechtsregels ongedaan te maken – Geen weerslag op de onrechtmatigheid van deze overeenkomsten (Art. 101, lid 1, VWEU) (cf. punten 209, 210, 266, 275, 280)

6.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Uitlegging van het nationale recht van een lidstaat – Feitelijke vraag – Daaronder begrepen (Art. 263 VWEU) (cf. punt 218)

7.                     Handeling van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot toepassing van de mededingingsregels (Art. 101 VWEU, 296, lid 2, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 31) (cf. punt 228)

8.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Ontheffing – Voorwaarden – Bewijslast – Omvang (Art. 101, lid 3, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 346‑348, 354, 361)

9.                     Mededinging – Administratieve procedure – Mededeling van punten van bezwaar – Voorlopig karakter – Vereiste inhoud – Grenzen [Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, a); verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 27, lid 1] (cf. punten 369‑372)

10.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijk toezicht – Volledige rechtsmacht van de Unierechter – Omvang (Art. 101 VWEU en 261 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 1, en 31) (cf. punten 398‑400, 415)

11.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Opzettelijk of uit onachtzaamheid gemaakt – Begrip – Onderneming die niet onwetend kan zijn van het mededingingsverstorend karakter van haar gedrag – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Betalingen in omgekeerde richting die onevenredig zijn en gecombineerd worden met marktuitsluiting van de concurrenten – Daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; verordening nr. 1/2003 van de Commissie, art. 5 en 23, lid 2) (cf. punten 407, 408, 410, 411)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2013) 3803 final van de Commissie van 19 juni 2013 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT/39226 – – Lundbeck), en verzoek tot verlaging van de bij dat besluit aan verzoeksters opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Generics (UK) Ltd wordt verwezen in de kosten.