Language of document :

Beroep ingesteld op 17 juli 2009 - CEVA / Commissie

(Zaak T-285/09)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Centre d'Étude et de Valorisation des Algues SA (hierna: "CEVA") (Pleubian, Frankrijk) (vertegenwoordiger: J.-M. Peyrical, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Enerzijds, vaststellen dat de executoriale titels die voortvloeiden uit de vier debetnota's nr. 3230901933, nr. 3230901935, nr. 3230901936 en nr. 3230901937 van de Europese Commissie van 11 mei 2009, niet waren gemotiveerd;

anderzijds, het risico vaststellen van ongerechtvaardigde verrijking van de Commissie in geval van terugbetaling door CEVA van het bedrag van 173 435 EUR vermeerderd met moratoire interesten;

bijgevolg, de executoriale titels die voortvloeiden uit de vier debetnota's nr. 3230901933, nr. 3230901935, nr. 3230901936 en nr. 3230901937 van 11 mei 2009 nietig verklaren;

ten slotte, vaststellen dat de Commissie de contractuele bepalingen van overeenkomst nr. Q5RS-2000-31334, genaamd SEAPURA, niet is nagekomen;

met name de niet-nakoming vaststellen van de bepalingen van artikel 22 5° § 3 van bijlage II en artikel 3.5 van bijlage II bij overeenkomst nr. Q5RS-2000-31334;

bijgevolg, de executoriale titels die voortvloeiden uit de vier debetnota's nr. 3230901933, nr. 3230901935, nr. 3230901936 en nr. 3230901937 van 11 mei 2009 nietig verklaren.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoeker de nietigverklaring van de executoriale titels waarmee de Commissie heeft verzocht om terugbetaling van alle voorschotten die aan verzoeker waren uitbetaald in het kader van de overeenkomst SEAPURA nr. Q5RS-2000-31334 betreffende een project op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan:

gebrekkige motivering, voor zover de Commissie zich heeft gebaseerd op een gestelde schending van de contractuele verplichtingen door verzoeker zonder de redenen, feitelijk en rechtens, aan te geven die deze stelling onderbouwen;

schending van het verbod van ongerechtvaardigde verrijking, aangezien volledige terugbetaling van het door de Commissie gevorderde bedrag tot gevolg zou hebben dat deze ongerechtvaardigd zou worden verrijkt, voor zover zij beschikking zou krijgen over door verzoeker verrichte werken en studies, zonder voor de realisering hiervan te hebben betaald;

niet-uitoefening door de Commissie van haar controlebevoegdheid tijdens de uitvoering van de overeenkomst.

____________