Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 7 januari 2021 door de Republiek Estland tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 oktober 2020 in zaak T-594/18, Pharma Mar / Europese Commissie

(Zaak C-16/21 P)

Procestaal: Ests

Partijen

Rekwirante: Republiek Estland (vertegenwoordiger: N. Grünberg)

Andere partijen in de procedure: Pharma Mar, SA (vertegenwoordigers: M. Merola en V. Salvatore), Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Haasbeek en A. Sipos)

Conclusies

het arest van het Gerecht van 28 oktober 2020 vernietigen;

elk van de partijen verwijzen in hun eigen kosten van de procedure in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

De Republiek Estland voert het volgende aan:

Het Gerecht heeft het in artikel 63 van verordening (EG) nr. 726/20041 vastgelegde vereiste van onpartijdigheid geschonden waar het heeft geoordeeld dat ten aanzien van deskundigen die aan de werkzaamheden van een wetenschappelijke adviesgroep (hierna: „WAG”) hebben deelgenomen, niet elke redelijke twijfel over hun onpartijdigheid wordt weggenomen om de enkele reden dat zij in dienst zijn bij een academisch ziekenhuis.

Ten eerste heeft het Gerecht bij de toetsing van het onpartijdigheidsbeginsel in de zin van artikkel 63 van verordening (EG) nr. 726/2004 ten onrechte geoordeeld dat een academisch ziekenhuis als geheel kan worden gelijkgesteld met een farmaceutische producent.

Ten tweede heeft het Gerecht bij de toetsing van het onpartijdigheidsbeginsel de band tussen de deskundige en de vervaardiging van het „concurrerende geneesmiddel” kennelijk onjuist beoordeeld toen het dit laatste geneesmiddel heeft onderzocht.

Ten derde heeft het Gerecht bij de toetsing van het onpartijdigheidsbeginsel blijk gegeven van een onjuiste opvatting doordat het de banden van de betrokken deskundigen met het centrum voor celtherapie en hun invloed op de beslissingen van de WAG onjuist heeft beoordeeld.

____________

1 Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB 2004, L 136, blz. 1).