Beschikking van de president van het Gerecht van 13 juli 2011 - SIR/Raad
(Zaak T-142/11 R)
("Kort geding - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in verband met situatie in Ivoorkust - Bevriezing van tegoeden - Verzoek om opschorting van uitvoering - Afdoening zonder beslissing in procedure in hoofdgeding - Afdoening zonder beslissing")
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Société ivoirienne de raffinage (SIR) (Abidjan, Ivoorkust) (vertegenwoordiger: M. Ceccaldi, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen en A. Vitro, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek in kort geding strekkende tot opschorting, overeenkomstig artikel 278 VWEU, van de uitvoering van, enerzijds, besluit 2011/18/GBVB van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 11, blz. 36), en, anderzijds, van verordening (EU) nr. 25/2011 van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 11, blz. 1), voor zover bij deze besluiten beperkende maatregelen zijn ingevoerd die belastend zijn voor verzoekster.
Dictum
Er behoeft geen uitspraak meer te worden gedaan over het verzoek in kort geding.
De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten.
____________