Mededeling in het PB

 

Beroep, op 30 september 2002 ingesteld door ACEA SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-297/02)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 30 september 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door ACEA Spa, vertegenwoordigd door A. Giardina, prof. G. Radicati di Brozolo en V. Puca, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

( nietig te verklaren de beschikking van de Commissie van 5 juni 2002 (Staatssteun ( C.27/99), meer in het bijzonder de onregelmatigheid en onverenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt vast te stellen van de driejarige vrijstelling van inkomstenbelasting die Italië heeft verleend aan de ondernemingen voor lokale openbare dienstverlening die hoofdzakelijk worden gecontroleerd door de overheid in de zin van artikel 3, punt 70, van wet nr. 549/1995, alsmede van de leningen tegen verlaagd tarief in de zin van artikel 9 bis van DL nr. 488/1986, voorzover Italië daarbij de verplichting wordt opgelegd deze steunbedragen terug te vorderen van de begunstigden, waaronder verzoekster (artikelen 2 en 3) van de beschikking;

( de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De middelen en voornaamste argumenten komen overeen met die in zaak T-292/02, Confederazione nazionale dei servici/Commissie.

In het bijzonder wordt de vraag aan de orde gesteld, of de betrokken maatregel wel staatssteun kan zijn, aangezien de begunstigde ondernemingen niet met andere ondernemingen concurreren. Bovendien moeten de maatregelen, wanneer zij als staatssteun worden beschouwd en niet als bestaande steunmaatregelen worden aangemerkt, worden beschouwd als verenigbare steunmaatregelen in de zin van artikel 87, lid 3, sub c, EG.

Bovendien is de bestreden beschikking in strijd met het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, voorzover de Commissie de Italiaanse staat heeft gelast de steun terug te vorderen.

____________