Language of document : ECLI:EU:T:2005:187

Zaak T‑272/02

Comune di Napoli (Italië)

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – Aanleg van metrolijn in Napels (Italië) – Afsluiting van communautaire financiële bijstand – Beroep tot nietigverklaring – Gewettigd vertrouwen – Billijkheid – Motivering”

Samenvatting van het arrest

1.      Economische en sociale samenhang – Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling – Toekenning van communautaire financiële bijstand – Vaststelling van juridisch en financieel kader van bijstand in communautaire toekenningsbeschikking – Overschrijding van aanvankelijk voorziene uitgaven door begunstigde – Geen invloed op vaststelling van bedrag van bijstand

(Verordening nr. 1787/84 van de Raad)

2.      Economische en sociale samenhang – Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling – Toekenning van communautaire financiële bijstand – Gewijzigde toerekening van overheidsuitgaven voor projecten waarvoor bijstand is verleend – Niet aan Commissie meegedeelde wijziging – Beschikking van Commissie niet aangepast aan deze wijziging – Schending van vertrouwensbeginsel – Geen

(Verordening nr. 1787/84 van de Raad)

1.      Aangezien de beschikking van de Commissie houdende afsluiting van een ten laste van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling toegekende communautaire financiële bijstand en houdende stilzwijgende afwijzing van een verzoek om herziening van de afrekening met betrekking tot een andere ten laste van dit fonds toegekende communautaire financiële bijstand strookt met het beginsel, dat het juridische en financiële kader van elke bijstand strikt wordt afgebakend door de beschikking houdende toekenning van de bijstand, heeft de Commissie terecht slechts het in deze beschikking genoemde bedrag betaald, ondanks het feit dat de totale overheidsuitgaven hoger bleken dan aanvankelijk was voorzien.

(cf. punten 46, 50)

2.      Wanneer in het kader van een ten laste van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling toegekende communautaire financiële bijstand niet is aangetoond, dat de bevoegde nationale autoriteiten de Commissie tijdig en met de nauwkeurigheid die deze van de begunstigden van dergelijke bijstand mag verwachten, in kennis hebben gesteld van de wijzigingen in de gefinancierde projecten, kan het feit dat de Commissie geen bezwaren jegens deze wijzigingen heeft geuit, niet aldus worden opgevat dat zij ermee heeft ingestemd dat bepaalde overheidsuitgaven worden toegerekend aan een ander project dan aanvankelijk was voorzien.

Ter betwisting van de rechtmatigheid van de beschikking houdende afsluiting van de bijstand, waarbij het verzoek om herziening van de afrekening met betrekking tot de bijstand stilzwijgend is afgewezen, kan de begunstigde zich dus niet op het vertrouwensbeginsel beroepen, omdat dit beginsel slechts kan worden ingeroepen door een marktdeelnemer bij wie een instelling gegronde verwachtingen heeft gewekt.

(cf. punten 62, 64)