Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 24 oktober 2006 - Ritek en Prodisc Technology / Raad
("Dumping - Opneembare compact discs uit Taiwan - Vaststelling van dumpingmarge - Keuze voor asymmetrische berekeningsmethode - Naargelang van afnemers, gebieden of tijdvakken uiteenlopende exportprijzen - Techniek van ,gelijkstelling met nulmarges'")
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Ritek Corp. (Hsin-Chu, Taiwan) en Prodisc Technology Inc. (Taipei Hsien, Taiwan) (vertegenwoordigers: aanvankelijk K. Adamantopoulos, V. Akritidis en D. De Notaris, advocaten, vervolgens K. Adamantopoulos en J. Branton, solicitor)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: S. Marquardt, gemachtigde, en G. Berrisch, advocaat)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: T. Scharf en S. Meany, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1050/2002 van de Raad van 13 juni 2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op opneembare compactdiscs uit Taiwan (PB L 160, blz. 2)
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Ritek Corp. en Prodisc Technology Inc. worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Raad.
De Commissie zal haar eigen kosten dragen.
____________1 - PB C 289 van 23.11.2002.