Language of document : ECLI:EU:T:2014:16





Beschikking van de president van het Gerecht van 20 januari 2014 – Romonta/Commissie

(Zaak T‑614/13 R)

„Kort geding – Milieu – Richtlijn 2003/87/EG – Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten – Kosteloze toewijzing van emissierechten vanaf 2013 – Verzoek om erkenning van geval van buitensporige hardheid – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsvrijheid van de rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 14‑17)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin het voortbestaan van de verzoekende vennootschap in gevaar komt – Besluit van de Commissie waarbij de voorlopige kosteloze toewijzing van bijkomende broeikasgasemissierechten wordt geweigerd – Besluit om in de hoofdzaak uitspraak te doen volgens een versnelde procedure in de zin van artikel 76 bis van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht – Geen spoedeisendheid (Art. 256, lid 1, VWEU en 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 76 bis en 104, lid 2) (cf. punten 20‑27)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de uitvoering van artikel 1, lid 1, van besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240, blz. 27), voor zover daarbij is geweigerd aan verzoekster op grond van buitensporige hardheid emissierechten toe te kennen

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.