Language of document : ECLI:EU:T:2022:438


 


 



Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 13 juli 2022 –
Pejovič/EUIPO – ETA živilska industrija (TALIS)

(Zaak T283/21) (1)

„Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniewoordmerk TALIS – Absolute nietigheidsgrond – Kwade trouw – Artikel 52, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 59, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001]”

1.      Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht om de bestreden beslissing te wijzigen – Grenzen

(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 72, lid 3)

(zie punten 18, 8587)

2.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Aanvrager te kwader trouw bij de indiening van de merkaanvraag – Beoordelingscriteria – Inaanmerkingneming van alle relevante factoren die bestonden op het moment van indiening van de inschrijvingsaanvraag – Aanvrager die weet dat een derde een gelijk of overeenstemmend teken gebruikt – Oogmerk van de aanvrager – Oorsprong en gebruik van het litigieuze teken – Commerciële logica die aan de inschrijving van het litigieuze teken als Uniemerk ten grondslag ligt – Chronologie van de gebeurtenissen die de indiening van de merkaanvraag hebben gekenmerkt

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 52, lid 1, b)]

(zie punten 2937)

3.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Aanvrager te kwader trouw bij de indiening van de merkaanvraag – Woordmerk TALIS

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 52, lid 1, b)]

(zie punten 70, 7981)

Dictum

1)

De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 23 maart 2021 (zaak R 888/2020‑4) wordt vernietigd.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Het EUIPO draagt zijn eigen kosten alsook de kosten die Edvin Pejovič heeft gemaakt in de onderhavige procedure en de procedure voor de kamer van beroep.

4)

ETA živilska industrija d.o.o. draagt haar eigen kosten.


1 PB C 278 van 12.7.2021.