Language of document : ECLI:EU:T:2015:634





Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 15 september 2015 –
Iralco/Raad

(Zaak T‑158/13)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Onjuiste beoordeling”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van een persoon of entiteit – Handeling die is gepubliceerd en aan de adressaten is meegedeeld – Adres van de betrokkene bekend op het tijdstip van vaststelling van de handeling – Termijn die ingaat op de datum van de individuele mededeling (Art. 263, zesde alinea, VWEU en 275, tweede alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, lid 1; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 46, lid 3) (cf. punten 28‑36)

2.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 43, 44)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Gedeeltelijke nietigverklaring van een verordening en een besluit betreffende de vaststelling van beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Inwerkingtreding van de nietigverklaring van de verordening vanaf het verstrijken van de termijn van hogere voorziening of vanaf de afwijzing van de hogere voorziening – Toepassing van deze termijn op de inwerkingtreding van de nietigverklaring van het besluit (Art. 264, tweede alinea, VWEU en 280 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea; besluit 2012/829/GBVB van de Raad; verordening nr. 1264/2012 van de Raad) (cf. punten 56‑59)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, ten eerste, besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 356, blz. 71), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39) en, ten tweede, uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 356, blz. 55), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1)

Dictum

1)

Besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran wordt nietig verklaard voor zover daarbij de naam van ranian Aluminium Co. (Iralco) is opgenomen in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB.

2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, wordt nietig verklaard voor zover daarbij de naam van Iralco is opgenomen in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

3)

De gevolgen van besluit 2012/829 worden gehandhaafd ten aanzien van Iralco totdat de nietigverklaring van uitvoeringsverordening nr. 1264/2012 effect sorteert.

4)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van Iralco.