Language of document :

Beroep ingesteld op 15 april 2010 - Slovak Telekom/Commissie

(Zaak T-171/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Slovak Telekom a.s. (Bratislava, Slowaakse Republiek) (vertegenwoordigers: D. Geradin, L. Kjølbye en M. Maier, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

beschikking C(2010) 902 van de Commissie van 8 februari 2010 in een procedure op grond van de artikelen 18, lid 3, en 24, lid 1, van verordening nr. 1/2003 van de Raad1 (zaak COMP/39523 - Slovak Telekom) nietig verklaren, en

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert krachtens artikel 263 VWEU nietigverklaring van beschikking C(2010) 902 van de Commissie van 8 februari 2010, waarbij zij overeenkomstig de artikelen 18, lid 3, en 24, lid 1, van verordening nr. 1/2003 van de Raad op straffe van een dwangsom wordt gelast, bepaalde informatie te verstrekken in zaak COMP/39523 - Slovak Telekom betreffende een procedure op grond van artikel 102 VWEU.

Ter onderbouwing van haar vordering voert verzoekster drie middelen aan.

In de eerste plaats heeft de Commissie blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, voor zover zij zich bevoegd heeft geacht om krachtens artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 te verzoeken om informatie over een periode vóór de toetreding van de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie. Vóór 1 mei 2004 was de Commissie niet bevoegd om op grond van het recht van de Europese Unie onderzoeken te verrichten op het grondgebied van de Slowaakse Republiek. Bijgevolg kan zij geen gebruik maken van de in artikel 18, lid 3, bedoelde onderzoeksbevoegdheden om informatie met betrekking tot die periode te verzamelen.

In de tweede plaats dient de bestreden beschikking nietig te worden verklaard omdat zij in strijd is met het in artikel 41, lid 1, van het Handvest van de grondrechten2 neergelegde beginsel van procedurele billijkheid. Het onderzoek van de Commissie naar het gedrag van Slovak Telekom in een periode waarin het recht van de Europese Unie niet van toepassing was en Slovak Telekom niet verplicht was om deze regels na te leven, kan nadelig zijn voor deze laatste. De Commissie zou bij haar beoordeling deze informatie in aanmerking kunnen nemen. Uit de bestreden beschikking blijkt dat de Commissie dit inderdaad van plan is.

In de derde plaats dient de bestreden beschikking nietig te worden verklaard omdat zij in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Dit beginsel komt tot uitdrukking in artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 van de Raad, volgens hetwelk de Commissie de ondernemingen om alle noodzakelijke inlichtingen kan verzoeken. In de zaak Slovak Telekom heeft de Commissie evenwel niet het noodzakelijke verband aangetoond tussen de gevraagde informatie, die betrekking heeft op de periode vóór de toetreding, en het vermeende onrechtmatige gedrag van na 1 mei 2004. Bijgevolg heeft de Commissie geen informatie of documenten van de periode vóór de toetreding nodig om uit te maken of het gedrag van Slovak Telekom na de toetreding met het recht van de Europese Unie in overeenstemming is.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).

2 - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30 maart 2010, blz. 389).