Language of document :

Arrest van het Gerecht van 22 januari 2015 – Ocean Capital Administration e.a. / Raad

(Gevoegde zaken T-420/11 en T-56/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Gezag van gewijsde – Gevolgen van de nietigverklaring van beperkende maatregelen voor een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een entiteit waarvan is vastgesteld dat zij betrokken is bij nucleaire proliferatie – Werking in de tijd van de gevolgen van nietigverklaring”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Ocean Capital Administration GmbH (Hamburg, Duitsland) en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest (zaak T-420/11); IRISL Maritime Training Institute (Teheran, Iran), Kheibar Co. (Teheran), Kish Shipping Line Manning Co. (Kish Island, Iran) en IRISL Multimodal Transport Co. (Teheran) (zaak T-56/12) (vertegenwoordigers: F. Randolph, QC, M. Taher, solicitor, en M. Lester, barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en, in zaak T-420/11, P. Plaza García en, in zaak T-56/12, M.-M. Joséphidès, gemachtigden)

Voorwerp

In zaak T-420/11, nietigverklaring van besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 136, blz. 65), uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2011 van de Raad van 23 mei 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 136, blz. 26), en verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoeksters betreffen, en in zaak T-56/12, nietigverklaring van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71), uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11), en verordening nr. 267/2012, voor zover deze handelingen verzoeksters betreffen

Dictum

Volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij betrekking hebben op Ocean Capital Administration GmbH en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij het onderhavige arrest:

–    besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2011 van de Raad van 23 mei 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran;

verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

Volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij betrekking hebben op IRISL Maritime Training Institute, Kheibar Co., Kish Shipping Line Manning Co. en IRISL Multimodal Transport Co.:

besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran;

verordening nr. 267/2012.

De gevolgen van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB, zoals gewijzigd bij besluit 2011/299 en besluit 2011/783, worden gehandhaafd wat betreft Ocean Capital Administration GmbH en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij het onderhavige arrest enerzijds en IRISL Maritime Training Institute, Kheibar, Kish Shipping Line Manning en IRISL Multimodal Transport anderzijds totdat de nietigverklaring van verordening nr. 267/2012 effect sorteert.

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en die van Ocean Capital Administration en de 35 andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij het onderhavige arrest enerzijds en van IRISL Maritime Training Institute, Kheibar, Kish Shipping Line Manning en IRISL Multimodal Transport anderzijds.

____________

____________

1     PB C 290 van 1.10.2011.